Inciala
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.



 
IndexPortalZoekenLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggen

Deel
 

 Spectrom

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Dark Ghost

Dark Ghost

Man Aantal berichten : 745
Leeftijd : 29
Registration date : 14-08-08

Over je pokemon
Leeftijd: volwassen
Status: Gezond
Partner: ......

Spectrom Empty
BerichtOnderwerp: Spectrom   Spectrom Emptywo jun 06, 2012 9:08 pm

Oke, ik heb nu al jaren een zelfbedachte storyline in mijn hoofd. Alleen nou heb ik nooit de tijd/inspiratie gehad om dat verhaal uit te typen. Maar nu ik opeens veel zin heb gekregen in een verhaal maken, zal ik de verschillende hoofdstukken hier wel posten. De titel ve rwijst dan ook naar de wereld waarin het zich afspeeld.

Proloog

Oke..het is inmiddels 2 uur na de explosie..We zitten hier maar te duimen of alles goed gaat. Elysia zei dat we ons geen zorgen hoefde te maken. Ik hoop maar dat ze gelijk heeft.. ze mag dan wel drieduizend jaar ervaring hebben..maar toch.. Ik zit dit nu te schrijven, voor het geval we dit niet mochten overleven. Roy zit naast me en kijkt om zoveel minuten op zijn zakhorloge. Roy voelt hetzelfde als ik, dat kan ik aan hem zien. Tegenover me zit Elysia. Ze zit achterovergeleund tegen de muur. Zij zit rustig een boek te lezen. We zitten aan een houten tafel. Een tafel naast ons zitten Sean en Faelwen en een paar Dwerg soldaten. Ze zitten te kaarten. De sfeer is gespannen, dat voel je ook. We horen nog een kleine explosie boven ons. De grond trilt even. Er komt stof van het plafond. We zitten in een schuilkelder. Ik kijk naar boven. Boven ons wordt er gevochten. Ik kan de magie stralen vanaf hier bijna horen. Ik denk aan Trarq en Gregor. Die zijn buiten aan het vechten.
Als ik denk aan wat er de komende dagen was gebeurd..De herinneringen komen naar boven.

HOOFDSTUK 1
DE ONTMOETING


Goed, het begon allemaal in de centrale bibliotheek van Aurorastad, of Auraes de hoofdstad van Spectrom. Ik ben op weg naar de bibliotheek omdat Roy mij daar iets wil laten zien. Roy is al sinds mijn jeugd mijn allerbeste vriend geweest. Toen we beide waren geslaagd, ging Roy Vampierologie studeren aan het Asoleum. Vampieren hadden hem tijd al geboeid. Toen we klein waren, wou hij altijd vampiertje spelen en had hij zich op zijn 16de al zichzelf de eerste woorden Nocto aangeleerd. Nocto was de taal die Vampieren spraken. Maar goed, Roy had me verzekerd, dat ik dit ook boeiend zou vinden. Hopelijk gaat dit niet weer over Vampieren. De laatste tijd kon hij maar niet stoppen over dat volk. Ik heb al vaak genoeg tegen hem gezegd dat Vampieren nooit mijn interesse hebben gehad.

Ik loop over de boulevard, langs de Rivaecitus. Dit is de rivier die door heel Spectrom loopt, en die een van de belangrijkste vaarroutes is geworden. Het is druk. Maar ja, het is ook zaterdag. Een uur ‘s middags om precies te zijn. Het volk wat zich hier bevind bestaat veelal uit winkelende mensen, die hier komen voor de markt. Ik loop langs wat kraampjes. Er wordt volop geschreeuwd. "Verse Specerijen, rechtstreeks uit Paeoase, koop ze nu ze nog op voorraad zijn!" "Vis, verse vis uit Ocaenius, nu twee voor de prijs van een!" Dat soort dingen. Achter iedere toonbank staan een drie of vier Gnarls, kleine gobelinachtige wezentjes, die worden gebruikt voor allerlei klusjes. Eigenlijk een soort slaven dus. Achter iedere Gnarl staat de eigenaar. De eigenaren roepen de kreten. Dan, als er een klant staat, komt er een Gnarl aangesneld om deze te helpen.
Nog steeds loop ik, af en toe kijkend naar het winkelvolk. Dan steek ik de boulevard over, en ga een andere straat in. Aan het einde van de straat staat een groot gebouw. Dit is de centrale bibliotheek van Spectrom, of het Asoleum zoals het ook wel door studenten genoemd wordt. De universiteit is namelijk in hetzelfde gebouw als de bibliotheek. Ik zie om mij heen dan ook al veel studenten. Het is zaterdag, maar dat maakt de studenten blijkbaar niets uit. Studeren is voor de middag. Feesten kan altijd nog ‘s avonds. Ik kan me niet herinneren dat ik in mijn studententijd zo was. Het enige wat ik toen deed was op de bank thuis liggen en ‘s avonds de hele nacht door feesten, zodat ik me altijd versliep en dan ook te laat kwam. Ik moest dan ook een jaar overdoen om uiteindelijk te slagen. Er lopen twee studenten langs mij. Ik vang iets op over de effecten van vuurmagie over een lange tijd.
Het gebouw zelf is sierlijk. Het is van wit marmer gemaakt. Tenminste de bibliotheekvleugel. De universiteit zelf is gemaakt van zwart marmer. Beide gebouwen zijn al tweehonderd jaar geen stuk veranderd. Ik stap op de treden van de kleine, brede trap die toegang verschaft tot de gigantische eikenhouten deuren van de bibliotheek. Deze stonden vroeger altijd open, maar er is nu een kleine deur in uitgehouwen, omdat door de grote opening teveel geluid de bibliotheek binnen kwam. Ik zie Roy nog nergens. Ach die zit vast binnen, in de boeken te lezen. Ik betreed de bibliotheek. Ik zie een grote ruimte met eindeloze rijen boeken kasten die tot het plafond reiken. Dat niet alleen. De muren staan ook vol met boeken. Achter de boekenkasten is een andere deur te zien. Deze leid naar de Universiteit. Het is doodstil. Het enige geluid wat te horen is, is af en toe een kuchje, of zachtjes murmelende mensen. Precies zoals het hoort in een bibliotheek. Tussen de boekenkasten staan lange stenen tafels, met houten banken, waar af en toe iemand te zien was die aan het lezen was, of een student die aan het studeren was. Ik kijk rond. Waar was Roy nou?
Dan zie ik iemand achteraan zitten. Tweede rij van links. Deze zit te lezen in een boek, omringt door andere boeken en losse papieren. Dat moest Roy wel zijn. Hij was altijd al een sloddervos geweest. Ik loop langs de lange stenen tafel. De gang tussen de boeken is verassend lang. Ik kom dan ook nooit eigenlijk in de bibliotheek. Mijn passen echoën langs de muren van boeken. Nu ik de man beter in het oog heb, zie ik inderdaad dat het Roy is. Het is een middelgrote jonge man met kort bruin haar en blauwe ogen en een slank postuur. Hij heeft een rode oorbel in zijn rechteroor. Hij heeft zijn leesbril op. Zonder bril zou je eigenlijk niet verwachten dat hij een stuud is. Hij zit aan de andere kant van waar ik loop. Hij kijkt op, mijn kant op kijkend. Hij lacht maakt een uitnodigend gebaar. Daarna gaat hij weer verder met lezen. Ik ga tegenover hem zitten. Ik wacht totdat hij klaar is met lezen. Ondertussen kijk ik naar de titels van de boeken die om hem heen liggen. Sommige zijn mijn kant op, waardoor ik ze kan lezen 'Vampieren, feit of fictie?', 'Nocto voor Gevorderden', 'Waarom Vampieren er niet meer zijn' Ik zucht. Ik had het kunnen weten. Nou ja, ik ben er nu toch, dus kan ik moeilijk weer weg gaan. Roy zit nog steeds te lezen. Ondertussen begin ik om me heen te kijken. Helemaal rechts van mij zit een man van middelbare leeftijd een groot dik boek te lezen. Nog meer verderop zie ik twee studenten tegenover elkaar zitten. Ze discussiëren gedempt over een onderwerp. Nu herken ik ze. Ze waren dezelfde studenten die langs mij waren gelopen. Ze zouden het vast over Vuurmagie hebben. Ik kijk nu naar boven. Ik volg de rij boeken met mijn ogen. Man, wat is het stil hier. Ik kan er echt niet tegen. Nog een reden waarom ik nooit in de bibliotheek kom. Ik hoor iemand een boek dichtslaan. Ik kijk tegenover me. Roy is eindelijk klaar met zijn boek. Hij kijkt me glunderend aan. Ik herken die blik zo. Hij zal vast wel weer een ontdekking hebben gedaan. "Ah, je bent er, echt tof van je dat je kon komen" Ik hoor een hele blije ondertoon in zijn stem. "Het was niet makkelijk hoor, er was markt op de boulevard dus kon ik nauwelijks door de mensenbende heen komen" Ik kijk naar het boek dat voor hem ligt. Ik kan de titel net niet lezen omdat zijn hand over de titel ligt. "Maar goed, je zei dat je een mij iets wou laten zien?" Roy steekt zijn wijsvinger op en kijkt zoekend op tafel. "Ja, ik wil namelijk dat je dit bekijkt.." Hij zoekt even om zich heen. "Hè? waar is het nou.." Hij tilt een paar boeken op, en kijkt onder de tafel. Hij steekt zijn hoofd weer boven de tafel uit en krabt even op zijn hoofd terwijl hij vragend kijkt. Dan kijkt hij voor zich. Het boek waarvan ik de titel niet kon lezen kruist zijn blik. "O daar is het hehehe.." Ik grijns. Hij kan soms ook zo verstrooit zijn. Hij gaat weer zitten aan de tafel. Hij laat de voorkant aan mij zien. 'Nercro Se Fug Dum Ta' woorden die mij niets zeggen. Vast Nocto of iets in die richting. "Dit juweeltje heb ik voor 45 Aur op de kop getikt. Dit is een boek met allemaal oude vampierteksten erin. Geweldig niet?" Ik weet even niet wat ik hierop moet zeggen. "Ach als je er blij van wordt vind ik het best.." zeg ik zo ongeïnteresseerd mogelijk klinkend. Ik hoop dat de boodschap nu eindelijk eens bij hem overkomt. Roy lacht. "Ik wist wel dat je zo zou reageren" Hij slaat het boek open. "Maar nu.." Hij bladert er door heen. Dan stopt hij op een bladzijde. Hij schuift het boek naar mij toe. "Kijk hier eens." Hij legt zijn wijsvinger op een kaart die lijkt op de kaart van Spectrom..nee wacht. Het is de kaart van Spectrom! Maar..waarom was deze zo oud? De grenzen kloppen ook niet. Ik kijk verbaasd. "Jij bent cartograaf toch?, wat denk je van deze kaart?" Roy kijkt mij afwachtend aan. Ik keek nog steeds verbijsterd. "Ik...dit is heel vreemd" Ik volgde met mijn vinger de lijnen van de grenzen. "de grenzen kloppen niet." Ik volgde met mijn vinger dezelfde stippellijn en tikte op een plek. "Ocaenius hoort hier helemaal niet te kruizen met Polaeris.." Vervolgens wees ik met mijn andere vinger naar een bepaald gebied. "Hier hoort helemaal geen provincie te bestaan." Ik zie meteen een vrolijke twinkeling in Roy's ogen "Yes! Ik wist het." Ik kijk boven aan de kaart. Er staat iets geschreven. 'Spectrunidas' "Dit is de kaart van Spectrom maar dan volgens de Vampieren" gaat Roy verder. Ik zie ook wat stipjes op de kaart. Eentje was vlakbij de plek waar Auraes was. Ik zocht bij de kaart voor een soort legenda. Ik zag wel iets wat op een legenda leek, maar ik kon het niet lezen omdat het in Nocto was geschreven. "Zeer interessant Roy, je hebt me echt hiermee." zeg ik met gemeende bewondering. "Alleen, wat zijn deze stipjes?" Ik wijs naar het stipje wat het dichtst bij de plek van Auraes was. "Ah, ja dat zijn de plekken waar kastelen van belangrijke Vampieren stonden, misschien zelfs nu nog." Hij wees naar een grote tekening naast de kaart. Op de tekening was een groot kasteel te zien. Ik kon al zien dat dit een heel imposant gebouw was. "Dit is zo'n kasteel waar zo'n hoge pief woonde?" vroeg ik. "Ja, wat wonderbaarlijk mooi gebouw vind je niet?" Ik knikte eerbiedig ja. "Maar deze kaart is dus van voor de oorlog?" Roy kijkt vragend naar me. "Ja dat moet haast wel, als je zegt dat deze kaart door Vampieren is gemaakt." Ik leg mijn wijsvinger op een gedeelte. "En kijk, hier moet Mauntaesus liggen, maar dat ligt er niet. Nog een bewijs dat deze kaart van voor de oorlog is." Nu glundert Roy helemaal. "Jake, weet je wat dit betekend? We zijn op de eerste tastbare bewijzen gestuit dat Vampieren echt bestaan hebben." Ik kijk naar 'm "Weet je het zeker? Ik bedoel, deze kaart kan net zo goed een vervalsing zijn." Ik laat de bladzijden voorzichtig ritselen. "Dat lijkt me onwaarschijnlijk want.." Terwijl hij dit zegt schuift hij het boek naar zich toe en bladert terug naar het begin. "Dit is een onvervalste handtekening van Lunaria Fe Kandl, een van de beroemdste cartografen van de Vampieren." Hij wijst naar een krabbeltje onderaan de pagina. Er staat nog iets geschreven boven, maar ik kan het niet lezen. "en daar komt bij.." Hij legt een hand op de bladzijde. Met de andere trekt hij aan dezelfde bladzijde. Hij trekt eraan met alle macht. Ik wil nog zeggen dat hij dat niet moet doen, maar tot mijn grote verbazing zie ik dat het perkament heel blijft, hoe hard Roy er ook aan trekt. Het verkreukeld zelfs niet een beetje. "Oke, je hebt me overtuigd." Ik kijk naar hem "Maar wat is nu je plan dan?" "Mijn plan was.." Roy bladerdt weer terug naar de kaart en gaat met zijn wijsvinger erover. "Om naar dit kasteel op zoek te gaan." Zijn wijsvinger tikt op het stipje dat het dichstbij Auraes staat. "Alleen weet ik niet wat ik daar kan verwachten. Vampieren waren meesters in duistere magie en de magie die we daar kunnen aantreffen is waarschijnlijk van voor de oorlog." Ik trek mijn wenkbrauwen op. "Voor de oorlog? Dan hebben we het dus over drieduizend jaar." Roy knikt. "Dat klopt."Hij bladert weer in het boek. Ik zie allemaal teksten en tekeningen voorbij komen. "Ik heb al een tekst gevonden die een aanwijzing zou hebben naar de plek van dit kasteel.." Hij stopt bij een pagina. Op de ene pagina staat een tekst. Op de andere staat een symbool dat ergens op een pentagram lijkt. Roy legt zijn wijsvinger op de tekst en leest het op: "Men neme de wortel van een nachthortensia en het bot van een oude woning. Leg deze op de Stera als de nacht op zijn helderst is en het witte gezicht het grootst is, zal de plek van de ster die het dichtste bij is zichtbaar worden." Ik kijk bedenkelijk. Ik snap de zin niet. "Nou weet ik, dat kastelen ook wel sterren werden genoemd door de Vampieren...en het witte gezicht zal wel verwijzen naar de maan.." ging Roy verder "Een bot van een oude woning.." Dan besef ik opeens waar Roy op doelt. "Wacht, bedoel je dat je mij nodig hebt als escorte voor als je in het kasteel gaat?" Roy begint wat ongemakkelijk te kijken "Ehm nou..Jij kent krachtigere magie dan mij..en..ik ken geen goeie spreuken die zouden kunnen helpen voor het geval dat we worden aangevallen door wezens die in dat kasteel zouden zitten-" "Ho, wacht stop!" roep ik verbijsterd. Mijn woorden echoën tegen de boekenkasten. De man van middelbare leeftijd kijkt verstoord mijn kant op en doet zijn wijsvinger voor zijn mond. Ik steek mijn hand verontschuldigend op. De man schud zijn hoofd geërgerd en gaat dan weer verder. "Maar je zegt dus hiermee dat we daar wezens kunnen tegenkomen die misschien wel uit de andere wereld kunnen komen?" ga ik op gedempte toon verder. Roy legt zijn hand achter zijn voorhoofd "Uhm nou ja, Vampieren deden veelal experimenten met de andere wereld en uhm ja.." "Dus ja?" Roy kijkt naar de grond en knikt ongemakkelijk. Ik zucht diep en kijk geërgerd naast me. Ik kijk weer naar Roy. Ik heb een ernstige blik in mijn ogen. "Sorry Roy, maar als dit het geval is, dan moet ik helaas nee zeggen." Ik leg mijn armen over elkaar. Meteen veranderd de houding van Roy. "Maar...maar denk eens aan de ontdekkingen die we zouden kunnen doen in dat kasteel, we zouden wel eens alle theorieën over Vampieren kunnen omgooien, misschien zelfs DNA vinden daar.." Hij kijkt hoopvol naar me. "Jake, alsjeblieft, ik ken niemand die zo goed in magie is als jij." Ik denk na. Ik ben inderdaad een van de beste magiërs van Auraes. Maar als ik denk aan al die afbeeldingen van de wezens uit de andere wereld dan denk ik niet dat een paar simpele lichtspreuken er tegen zouden kunnen helpen. Maar aan de andere kant..misschien zou dit juist een goeie training voor mij zijn. Daar komt bij, Roy is een goede vriend van mij dus ik kan hem eigenlijk niet laten zitten vind ik. "Nou...oke dan, maar ik hoop dat je weet waar je aan begint."Roy springt op van zijn stoel. "Echt waar? Wil je het echt doen?" Hij kijkt verwachtingsvol naar mij. "Alleen omdat je een goede vriend bent Roy." Roy springt over de tafel, en begint mijn hand te schudden. "Heel erg bedankt Jake, je wilt niet weten hoe lang ik al op deze kans heb gewacht, echt heel heel erg tof van je." Hij kijkt op zijn horloge. "Oh, is het al zo laat? Sorry Jake maar ik moet nu echt gaan." Hij slaat het boek dicht, pakt zijn tas onder tafel vandaan en stopt het erin. Hij kijkt naar me en wijst dan naar me terwijl hij gehaast achteruit loopt. "Morgen om tien uur bij jou thuis" Dan draait hij zich om en loopt hij met een gehaast tempo weg. Ik wil hem nog terug roepen omdat zijn boeken nog over tafel liggen, maar hij is al weg. Fijn. Ik kijk naar de boeken die op tafel liggen. Ik heb geen flauw idee waar ze moeten staan. Ik kijk om mij heen. Dan sta ik op, en loop ik zo nonchalant mogelijk weg. De man van middelbare leeftijd kijkt weer op en ziet mij weggaan van de boeken. "Hè, je vergeet je boeken" zegt hij nog tegen mij als ik langs loop. Ik besluit hem gewoon te negeren. "Hè, ik zei wat tegen je." Maar ik was al te ver om hem nog te kunnen horen.
Terug naar boven Ga naar beneden
https://www.facebook.com/melle.pieter
 

Spectrom

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Inciala :: off-game :: Off-Game :: Creatief :: Verhalen en gedichten-