|
|
| Auteur | Bericht |
---|
Silver
Aantal berichten : 473 Registration date : 06-08-08
Over je pokemon Leeftijd: 200 Jaren. Status: Gewond Partner:
| Onderwerp: Evening. di aug 25, 2009 9:00 pm | |
| Niet dat ik goed ben in verhalen schrijven, ik probeer het enkel xD - Spoiler:
Een kleine Cyndaquil lag stilletjes in zijn moeders armen. Het was avond. Buiten waaide en miezerde het,maar binnen was het warm en fijn. Zijn beide ouders waren in slaap gevallen. Zijn vader snurkte licht en hij voelde zijn moeder langzaam ademen in haar slaap. Hij glimlachte. Zo rustig was het hier nog nooit geweest. Hij hoorde buiten de takken heftig kraken. Er was vast iets of iemand buiten. Hij sprong voorzichtig uit de armen van zijn moeder, zonder haar wakker te maken. Daarna sloop hij naar het raam. Hij moest op de vensterbank zien te komen. Hij keek rond. In de kamer moest iets liggen wat hij naar de muur onder de vensterbank kon schuiven, zodat hij via dat ding op de vensterbank kon klimmen. Iets vierkants. Hij zag een houten kist liggen. Meteen rende hij er naartoe. Hij keek onderzoekend naar de kist. Zou deze hoog genoeg zijn? Hij was iniedergeval al hoger dan hem en hij besloot dat hij toch niets groters kon kiezen, want dan zou hij niet eens daarop kunnen komen, en dan zou het wel heel lang duren voordat hij bij het raam was. Even concentreerde hij zich op alle geluiden. Maar hij hoorde het nog steeds. Dichterbij zelfs. Hij ging achter de kist staan en hoopte maar dat er geen zware dingen in zaten, want dan zou zijn plan alsnog mislukken. Hij begon er tegenaan te duwen en tot zijn opluchting was de kist niet te zwaar en kon hij hem zonder te veel moeite naar de muur schuiven. De kist reikte lang niet tot de vensterbank, maar hij ging het toch proberen. Hij klom op de kist. Dat was het makkelijkste. Nu moest hij nog op de vensterbank zien te komen. Maar hij zag zijn redding al. Onder de vensterbank zat de verwarming en hij zou eerst op de verwarmingrand kunnen klimmen en daarna zou het nog maar een paar centimeter zijn naar zijn doel. En dat deed hij. Eindelijk zat hij voor het raam en keek hoopvol naar buiten. Er moest wel iets zijn. Anders had hij alle moeite voor niks gedaan. Hij keek naar links en naar rechts, tussen de bomen en de bosjes, maar hij zag niets. Hij zuchtte. Hij zou het wel weer verbeeld hebben. Maar net toen hij weer naar beneden wou gaan, hoorde hij het geluid weer. En nu zo dichtbij dat het leek alsof het vlak naast hem stond. Weer keek hij door de bosjes en deze keer zag hij iets. Maar niet wat hij hoopte te zien. Hij zag een zwart gedaante die er eng en monsterachtig uitzag. Het beest kwam steeds dichterbij het huis. Alsof het beest het op hem gemunt had. Hij bleef nog heel even kijken, en nu draaide het beest zijn kop naar hem toe en hij zag twee vijandelijke ogen strak op hem gericht. Hij voelde zich steeds minder veilig en het begon naar rotte lijken te ruiken. Meteen sprong hij haastig de vensterbank af en rende naar zijn moeder. ‘Het was maar een droom, het was maar een droom’ dwong hij zichzelf te zeggen en klom weer in zijn moeders armen. Van angst begon hij zo heftig te trillen dat zijn moeder wakker werd. Langzaam opende ze een van haar ogen, en keek onderzoekend rond, tot ze de kleine Cyndaquil zag en haar blik op hem liet rusten. Ze glimlachtte, maar daarmee kon ze haar vermoeide blik daarachter niet verbergen. ‘Wat is er aan de hand,schatje?’vroeg ze met een typisch moederlijke toon en keek vragend naar hem. Hij was nog steeds aan het trillen. Hij kon alleen maar denken aan die ogen.. die gele emotieloze ogen die hem daarnet zo strak aankeken. En die ogen brachten maar één boodschap over. ‘je gaat eraan…’Meteen galmde het ononderbroken door zijn hoofd,alsof er iets in zijn hoofd was gekropen, en wat nu probeerde om hem tot waanzin te drijven. Wat moest hij doen? Dat beest zou hem zeker komen grijpen. En dan zouden zijn vrienden later zijn levenloze lijf vinden. En zijn ouders zouden hetzelfde lot ondergaan. Hij wou er niet aan denken.. Ondertussen was hij gestopt met trillen. Langzaam keek hij naar boven,recht in zijn moeders ogen die zowel bezorgd als vragend naar hem keken. Hij moest het aan zijn ouders vertellen. Want anders zouden zijn ouders ook gevaar lopen. Zijn moeder wachtte nog steeds op antwoord, en die zou ze ook krijgen. Hij dacht na. Hoe moest hij beginnen? Er was hier nog nooit iets ergs gebeurt, nooit. Misschien geloofden ze hem niet eens, en zouden ze met een kleine glimlach zeggen: ‘rustig maar, het was vast maar een droom.’Zoals altijd als hij iets engs had gezien. Maar die keren hadden zijn ouders ook gelijk. Maar deze keer niet! Hij hoorde weer gekraak, maar deze keer was het zijn vader die wakker werd, en naar zijn zoon en zijn partner keek. ‘Is er iets?’vroeg hij ook. Hij schudde zijn hoofd. Dit was het moment om het te zeggen. Ook al zouden ze het niet geloven, het moest. ‘Mam.. pap..’ Begon hij, om van allebei de aandacht te krijgen, ook al had hij dat ongetwijfeld al. ‘Ik heb iets buiten gezien.. een gedaante.. een monster.. en het komt steeds dichterbij..’Zei hij. Hij sloot zijn ogen en slikte. Zouden ze hem geloven? Hij opende zijn ogen weer en keek zijn vader en moeder aan. Ze keken allebei raar. Maar iniedergeval hadden ze geen glimlach op hun gezicht, en ze zeiden geen troostende woordjes. Het was alsof ze al wisten van het beest. En dat die een keer zou komen. Komen om ze te halen. Er volgde een lange stilte die verbroken werdt door een diepe brul die van buiten af kwam. ‘D-dat was..?’ vroeg zijn moeder bibberend. Buiten hoorde je voetstappen van grote poten die met grote kracht op de grond neerkwamen. En bij elke stap bewogen alle dingen in huis. Hij keek naar zijn vader die een nog vreemdere blik had. Zijn vader schraapte zijn keel en liep naar zijn moeder, tegen wie hij fluisterde: ‘We kunnen er niks meer aan doen, dit zal het einde zijn..’ Zei hij moedeloos, en hij zag dat zijn moeder tranen in haar ogen kreeg. ‘Nee..’zei ze en er liep een traan over haar wang. Zijn vader knikte zonder enkele emotie op zijn gezicht en keek naar de deur alsof hij verwachtte dat er elk moment iets naar binnen kon komen. ‘Pap?.. mam..?’ Vroeg hij kort en snel, want er zou ieder moment iets kunnen gebeuren. Zijn vader bleef echter op de deur staren. Er krastte iets op de deur. Zijn moeder keek wel naar hem. Haar vacht was nat van de tranen, en ze zag er heel anders uit dan normaal. Hij had haar nooit huilend gezien. Want volwassenen huilden nooit. Tenminste, dat had hij gedacht. ‘het komt wel goed, Evening..’Zei ze, en haar mond stond raar. Ze huilde en glimlachtte tegelijk. Hij knikte, ook al klonk of zag het niet echt overtuigend uit. Hij wist dat zijn moeder hem gerust wou stellen, en hij zou meespelen. Het moment zou nu snel komen. Het moment dat het zou binnenvallen. Hij hoorde geklop, en keek meteen weer naar de kant van de deur, en hij zag dat zijn vader met alle macht probeerde hij de deur dicht te houden, terwijl het beest buiten er op aan het rammen was. Steeds als het beest dat deed, schoof zijn vader een stuk achteruit. Het geklop werd harder, en zijn vader deed opnieuw een paar stappen naar voren. Zijn nekvlam brandde hevig. Maar het zou niet helpen. Weer schoof zijn vader achteruit. Het beest was veel te sterk. Hij zou zo de deur wegslingeren en hun grijpen. Hij zou ze zo met een hand in tweeën kunnen breken, als kleine twijgjes. Evening wou tegen zijn vader zeggen dat hij zijn krachten moest sparen, maar zei niks. Het was al verloren. Alles was verloren. Ze konden niks meer doen. Zijn vader liet de deur los, waarmee Evening’s laatste beetje hoop verdween. Meteen viel de deur om en kwam het beest weer in zicht en deze keer nog afschrikwekkender. Evening verstijfde en keek ongelovig naar het beest die minstens 4 keer zo groot was als zijn ouders, zijn vader met een van zijn voorste klauwen greep en hem zonder enige moeite wegslingerde. Zijn vader knalde met een grote klap tegen een van de muren aan, viel meer dood dan levend op de grond. ‘midnight, nee!’Gilde zijn moeder onmachtig. Ze liet Evening los en wou naar haar partner toe rennen, maar het beest was binnengekomen en versperde haar de weg. Het beest gromde met een kleine grijns op zijn gezicht en sperde dreigend zijn bek wijd open, waardoor je zijn grote mesachtige tanden zag. Er kwam een rotte geur uit die bek. Die geur die Evening eerder rook toen hij het beest voor het eerst zag. De stank was ondraaglijk. Het stonk naar allerlei rottende dingen die samen op een hoop waren gestort. Evening kreeg tranen in zijn ogen van de stank, en keek bang naar hoe het monster deze keer zijn moeder wegsloeg met zijn grote klauwen die onder het bloed zaten. Evening werd misselijk van de stank en de beelden die hij zag bij elkaar, en wou weglopen, totdat zijn moeder vlak naast hem met een doffe klap op de grond neerviel. Evening wou gillen van angst,maar kon dat niet. Hij keek met grote ogen naar zijn moeder, die onder de bloederige sneden zat. ‘nee!.. Mam!’Schreeuwde hij wanhopig. Zonder na te denken sprong hij op zijn moeder die op haar rug lag. ‘Mam.. sta op, mammie, we moeten vluchtten.. en dan kunnen we weer gewoo..’maar zijn moeder onderbrak hem. ‘Vluchten kan voor ons niet meer, Evening. Dit was al lang ons lot.’Zei ze en keek hem vol emotie aan. ‘ik zal je missen..’ Zei ze met zo weinig kracht in haar stem, dat Evening meteen wist dat zijn moeder het niet zou halen. Diegene waarvan hij het meeste hield. ‘nee, mam, je mag niet.. ‘ Maar weer onderbrak zijn moeder hem. ‘Vlucht nu je nog kan vluchten, snel!’Hij twijfelde even en werd toen van zijn moeder afgeslagen. Het beest had zijn hoofd geraakt met zijn staart. Er zaten een paar net zulke bloederige sneden op als bij zijn moeder, en de wonden brandden verschrikkelijk. Evening rolde tegen een kist aan, en gilde het uit van de pijn. Hij voelde bloeddruppeltjes over zijn hoofd gaan, maar hij had nu geen tijd om er iets aan te doen. Hij keek de kamer in en zag dat zijn beide ouders niet meer leefden. Toen het monster klaar was met zijn ouders, draaide het zich om naar Evening. Hij kromp ineen. Hij had geen enkele kans. Hij moest vluchtten, zoals zijn moeder had gezegd. Hij draaide zich van het beest weg en zocht naar een gat in de grond. Hij moest een kleine uitgang vinden waar hij wel, maar het monster niet doorheen kon. Hij keek om, en zag dat het monster langzaam naar hem toe kwam. Die had geen haast, want hij was er toch zeker van dat hij hoe dan ook zou winnen. Evening wist dat het dom was wat hij deed, maar hij bekeek het beest eens goed. Het was helemaal donkergrijs tot zwart, het liep op 4 poten, en hij had geen vacht, maar het leek alsof er een zwarte mantel over zijn hele lijf heen zat. Zijn kop zag er misvormd uit. Er staken allemaal dingen uit, waarschijnlijk stekels, en het had geen neus en oren. Ze waren tenminste niet zichtbaar. En die ogen. Geel en doordringend. Evening schudde zijn hoofd en zag dat het beest op hem af kwam en zelfs al bijna bij hem was ,klaar om de genadeklap te geven. Snel keerde Evening weer om, en rende door het huis, wanhopig op zoek naar een gat of doorgang. En toen vond hij het. Vlak bij een muur in de keuken zat een gat in de grond, die zijn ouders nog niet gedicht hadden. Meteen nadat hij het gat zag dook hij erin, en wurmde zich door de krappe, nauwe gang die erachter verscholen zat. Hij hoorde nog net het monster brullen,en ineens waren alle geluiden verdwenen. Geen voetstappen of geschraap tegen iets aan. Het beest moest weg zijn. Maar hij kon toch niet terug. Zijn ouders waren dood. Als hij terug zou gaan dan zat hij alleen in een verlaten huis, met zijn twee dode ouders. Dat was geen optie meer. Hij kroop de hele tijd door. De gang werd zo nauw dat hij tegen de puntige wanden ervan schuurde. Een stekende pijn ging door zijn lijf heen waardoor hij het bijna op wou geven. Stoppen met door deze belachelijk lange gang te kruipen en gewoon neervallen,wachtend tot het voorbij was. Maar natuurlijk kon dit niet en kroop hij verder. Waardoor zou deze gang gemaakt zijn? Vast door een Furret, een lange, slanke fretachtige Pokémon. Die hebben meestal genoeg energie om uren door te graven, zodat er van dit soort ondergrondse tunnels ontstaan. En daarbij waren het ongelofelijke slanke Pokémon, waardoor ze bijna overal met gemak doorkonden. Evening schudde zijn hoofd. Minder denken en meer doen, anders kwam hij nooit bij de uitgang. Na uren door de tunnel kruipen, zag hij eindelijk waar hij naar opzoek was. Licht! daar was de uitgang! Na uren door een nauwe tunnel kruipen, die vies en vochtig was, en bovendien donker en eng, wil je niets liever dan naar buiten, om je benen te strekken en op te drogen. Evening was erg moe, maar hij bundelde zijn laatste krachten zodat hij zo snel mogelijk uit de tunnel was. Hij viel op de grond, op nat gras. Evening schudde zich uit en bibberde even. Het was koud. Hij keek naar het gras. Er lag dauw op. Het zou snel weer ochtend worden. Een nieuw hoofdstuk van zijn leven zou beginnen, een hoofdstuk waarin zijn leven een stuk moeilijker en harder werdt. Hij was nu alleen. De zon kwam op en maakte de lucht practig oranje. En daar begon het verhaal van Evening.
Hoofdstuk 2
Evening hoofdstuk 2. -het is nu 5 over half 3 snachts-
Evening keek naar de lucht, die een donkere oranje kleur kreeg van de opgaande zon. Evening begon zich raar te voelen van binnen, en er kwamen tranen in zijn ogen. Nu besefte hij pas wat er was gebeurd.. Zijn ouders waren weg, voorgoed. Wat zou hij graag willen dat het allemaal nog normaal was. Dat hij gewoon terug naar zijn huis kon lopen, en dat zijn ouders hem glimlachend zouden verwelkomen. Maar nee. In het echt was het niet zo.
In het echt was het allemaal verloren. Een traan rolde langzaam over zijn wang en viel daarna op de grond. Hij was alleen, en nu? Evening dacht na, maar werd de hele tijd afgeleid door dingen zoals krakende takjes, of iets dat beweegde. Hij was veel banger dan normaal. Er was niemand om te helpen die hij kon roepen. Of wel soms? Natuurlijk! Zijn vrienden! Hoe kon hij die nou vergeten! Zijn vriend Leek, een Farfetc'd, Acids de Spinarak, en nog een paar anderen.
Veel had hij er niet, maar dat maakte hem niet uit. Liever een paar goede vrienden waarmee je altijd kon lachen, en die je alles kon vertellen, in plaats van vrienden die je nooit ziet, of die je niet eens mag. Sommige pokemon in dit dorpje namen iedereen als vriend om populair te lijken. Stom, vond Evening. Op school was je misschien populair, maar voor de rest had je geen plezier zoals Evening met zijn vrienden had.
Hoopvul rende hij over het gras, tot ie na een paar minuutjes bij het pleintje was, dat midden in het dorpje lag. Voorzichtig stapte hij op de straattegels. Hij keek om zich heen. Het was stil, erg stil. Er liepen altijd wel pokemon over straat, hoe vroeg of hoe laat het ook was. Maar nu niet. Niemand. Was het dan zo vroeg? Evening keek weer naar de lucht.
Nee, de zon was opgekomen, en verlichtte nu het dorp en de rest van het gebied. En net toen Evening door wou lopen, kwamen er twee middelgrote, zwarte en vals uitziende aangevlogen. Het waren twee Murkrows. De ene landde op een lantaarnpaal, de ander op een fonteintje waar geen water meer door heen stroomde. Ze keken Evening vals aan. Evening slikte. Wat moesten die nou weer van hem? De murkrow op de lantaarnpaal begon te spreken.
''Zeg, kleine Cyndaquil, wat doe jij hier nog?'' vroeg de Murkrow aan Evening met een neppe glimlach. Evening wou iets terug zeggen, maar voordat hij dat kon doen zei ze andere Murkrow nog iets. ''Ja, wat doe jij hier nog?! '' herhaalde de andere Murkrow snel en chaotisch. ''Hoe kan het dat jij overgebleven bent? Je bent maar een kleine mieterige Cyndaquil..'' zei ze licht vermaakt.
Evening wou opspringen, om een aanval tegen de Murkrow te doen, maar dacht toen na over wat die had gezegd. Overgebleven? Overgebleven van wat? Blijkbaar zag de Murkrow op de lantaarnpaal dat Evening zich afvroeg wat ze bedoelden. Een klein grijnsje verscheen op zijn gezicht. ''Overgebleven ja. Wist je niet dat iedereen die hier woonde niet meer leeft?'' zei hij met een bijna fluisterende, valse stem, en wachtte op antwoord van Evening.
Evening keek de twee Murkrow's met grote, ongelovige ogen aan. Wat??! Iedereen dood? Dat kon niet waar zijn, dat mócht niet waar zijn! Alletwee de Murkrows begonnen schel te lachen. ''Hahaha! Dat gezicht!'' gillachtte de Murkrow op het bankje, die bijna omviel van het lachen. Evening kon zijn ogen niet geloven. Waarom lachtten ze nou? Iedereen was dood, hoe kon je daar nou om lachen!
De Murkrow op de lantaarnpaal lachtte rustiger, en stopte ook eerder. Hij keek Evening nu serieus aan. ''Geloof het of niet, het is waar.. Een paar vliegende pokemon hebben het overleeft, zoals wij, maar de rest..'' de Murkrow keek raar uit zijn ogen, heel anders dan zijn vermaakte blik van net.
''Het spijt me Cyndaquil. Als je het nog steeds niet gelooft, ga dan maar eens rondkijken.'' Zei ze Murkrow nog voordat hij van de lantaarnpaal af sprong, en met een sierlijke zwaai door de lucht draaide, en daarna op een plek in de lucht bleef hangen, om te wachten op de andere Murkrow. De andere Murkrow was ook al een tijdje gestopt met lachen, en keek nu onzeker uit haar ogen. Ze vloog achter de andere Murkrow aan en al snel verdwenen ze als kleine zwarte vlekjes aan de horizon.
Evening rende over de straten, zo hard hij kon. Het begon te waaien, en de lucht was ook niet zonder bewolking. Evening hield niet van regen. Maar meestal was het niet erg, want hij kon thuis lekker binnen zitten. De wind waaide door zijn korte vacht heen. Evening rilde. Zou het echt waar zijn? Iedereen dood? Maar waar moest hij dan naartoe? Hij was niet vaak buiten het dorpje geweest, en kende ook niemand die niet in het dorpje woonde.
Na een tijd rennen kwam Evening hijgend en bezweet aan bij het huisje van zijn vriend Leek, de farfetch'd. Met Leek speelde hij het liefste, dus hier was hij eerst naartoe gegaan. Evening keek naar boven. De miezer-regen prikte in zijn ogen. Hij schudde zijn kop en liep toen langzaam naar de voordeur van het huis. Hij nam een aanloop en sprong toen naar boven, en hij raakte net de bel. Hopelijk deed er iemand open… en hadden de Murkrows niet gelijk. Ongeduldig maar stil wachtte hij.
Maar nee. Hij probeerde het nog een keer, en nog een keer, maar na die twee keer had hij geen hoop meer. Er was niemand thuis. Toch vond hij dat het nog niet zeker was. Hij liep langs het huis, tot hij bij de achtertuin kwam. Het gras in de tuin was erg lang, en Evening had het altijd heerlijk gevonden om met Leek in het lange gras Verstoppertje en tikkertje te spelen. Hij was het lange gras uit, en zag dat er een enorm gat in het achterste deel in het huis zat. Net zo'n gat als het beest bij hun veroorzaakt had..
Angstig en bibberig liep hij richting het gat. Stel dat het beest nog binnen was.. Alhoewel, als het beest binnen was geweest, dan had hij dat allang al gemerkt. Maar toch.. Evening liep voorzichtig, pootje voor pootje, het huis binnen. Hij keek rond. Het licht was uit, zodat het hele huis met duisternis gevuld was. Dingen waren kapot, gebroken, alsof er een gevecht had plaatsgevonden. En dat had het ook.
Evening liep heel voorzichtig door het huis. Overal lagen glasscherven, stukken baksteen en allerlij rommel dat eerst misschien mooi was geweest, maar nu leek op een berg afval. Dicht bij de keuken aangekomen rook hij de geur van rotting weer. Hij wendde zijn kop af en stapte naar achteren. Hij wou die geur nooit meer ruiken.. De geur van het beest.
En toch moest hij verder lopen, want hier was het waarschijnlijk geeindigd. Evening stapte het hoekje om en zag daar tot zijn schrik zijn beste vriend liggen. Dood. En onder het bloed. Even kreeg hij geen adem, en stond hij stijf te staren naar het lijk van Leek. Zijn rug zat onder de krassen en scheuren. Evening liep achteruit, en rende toen weg. Door de woonkamer. Hij struikelde over iets en viel met zijn voorpoten in het klas. De tranen prikten in zijn ogen toen hij weer buiten was.
Zijn poten zaten onder het bloed. Trillend ging hij zitten. Dus het was waar. Zijn vriend was dood, en dus de rest ook. Onder zijn oog begon het te branden. Met zijn poot greep hij er naar, en hij voelde dat er een korst zat. Het was die wond die het beest had gemaakt. Dat zou wel een litteken worden.. Evening keek naar zijn poten. Voorzichtig haalde hij de laatste stukjes glas eruit.
Het zag er erg pijnlijk uit, omdat het glas diep in zijn poten had gesneden. Hij stond op, en liep stil de tuin uit. Hij wist dat hij niks meer te zoeken had in dit Dorpje. Hij moest hier weg, en op zoek naar een andere woonplaats. Zijn toekomst was erg onzeker. Zou hij een andere plek kunnen vinden met pokemon? En als hij het al vond wist hij niet eens of de pokemon hem daar wel accepteerden.. Maar hij had geen keus.
Stilletjes liep Evening langs het huis, over het pleintje heen. Nu was het helemaal verlaten. Maar hoe kon het dat alleen dit dorpje getroffen was door het beest? Was het vervloekt, of zo iets? Of zocht het beest naar een bepaalde pokemon? Evening schudde zijn kop. Niet aan denken. Gewoon doorlopen. Zei hij tegen zichzelf. De regen werd nu heviger. Evening haatte regen echt. En zeker als je er ook nog wind bij had.
Als de regen op je huid kwam, en de wind blies er doorheen, leek het veel kouder dan dat het echt was. Met zijn kop naar beneden gericht liep hij door, tot hij ver, heel ver van het dorpje vandaan was. Het was nu Middag. Het was nog steeds niet opgeklaard. Evening mistte de zon. Als alles tegen zat, dan maakte de zon je altijd blijer. Hoe erg het ook was.
Na een tijdje liep evening niet meer over een oneindig lijkend veld heen, maar hij liep nu door een bos. Dennennaalden prikten onder zijn pootjes, maar de geur ervan was heerlijk. Het bos was ook dicht begroeid, wat ervoor zorgde dat er zowat geen regen door het bladerdak heen kwam. Evening glimlachtte. Eindelijk kon hij weer opdrogen. Hij stond even stil, en schudde zijn vacht uit.
En eindelijk kon hij zich weer concentreren op de geluiden van de pokemon in het bos. Op de velden klonk de regen zo hard dat je voor de rest niets hoorde, maar hier was het rustig. Evening begon te luisteren. Hij hoorde verschillende soorten vogel pokemon, maar hij wist niet welke. Ook geritsel in de bosjes. De eerst paar keer sprong hij van de bosjes weg, maar nu niet meer. Nu hoefde hij tenminste niet meer aan de gebeurtenissen te denken.
Het geritsel werd steeds luider, en klonk erg dichtbij. Was een bos pokemon hem soms aan het achtervolgen? Hij keek naar de bosjes, maar zag niks. Terwijl hij rond aan het kijken was, struikelde hij ineens over iets kleins en zachts. Met een smak viel hij voorover op de grond. Hij krabbelde op, en veegde zijn gezicht af. Hij keek naar achteren, en zag toen waar hij over gestruikeld was.
Het was een kleine Poochyena. Niet meer dan een maand oud. Wat deed die nou hier, uit het nest? Evening keek vriendelijk naar de Poochyena, en stak zijn voorpootje uit. ''Hallo, kleintje'' zei hij met een glimlach. ''Wat doe je hier, zo alleen?'' Zei hij daarna. De Poochyena antwoordde niet, maar begon te grommen en beet Evening daarna in zijn neus. ''Auw!'' gilde Evening, terwijl hij de Poochyena van zijn neus probeerde af te trekken.
Het lukte. De poochyena zat weer op de grond, en Evening hield nu een beetje afstand. De Poochyena begon te janken. ''Neee.. niet huilen.. stop…'' zei Evening tegen de Poochyena, maar die begon alleen maar luider te janken. Evening hoorde het geritsel weer. Er kwamen een paar grote Mightyena's uit vandaan, die strak naar Evening keken.
De Mightyenas keken naar hun jong, en ze gromden iets naar het jong. Die piepte weer iets terug, en wees naar Evening. Evening slikte. Wat zou de Poochyena zijn ouders vertellen? De mightyenas keken weer naar Evening, en gromden luid en diep. Ze keken hem dreigend aan. Evening draaide meteen op, en rende weg. Hij zag het einde van het bos al. Niet dat dat goed nieuws was. Op een open veld kon je je minder goed verstoppen.
Maar hij moest wel. Hij rende het gras in, en zigzagde er doorheen. Hij hoorde achter zich de haastige voetstappen van de mightyenas. Ze waren veel sneller dan hem. Hij had maar kleine korte pootjes, terwijl de Mightyenas lange slanke poten hadden, gemaakt om te rennen.
De voetstappen klonken steeds dichterbij. Het leek wel of de Mightyenas steeds sneller gingen, maar Evening kon het niet lang meer volhouden. Hij hijgde als een gek. Hij voelde een klauw tegen zijn achterkant aankomen, en hij viel direct. Hij draaide zich op zijn rug en keek recht in de ogen van een kwade Mightyena. ''Wat wou jij met onze pup doen??!'' riep hij luid en streng, en keek Evening boos aan.
Evening slikte. ''Ik weet niet waar u het over hebt.. ik .. ik heb niks..'' ''LIEG NIET!'' onderbrak de Mightyena hem. ''Wie moet ik nou geloven, mijn eigen pup, of een of andere vreemdeling??'' De mightyena haalde uit, en greep Evening bij zijn nek. Hij schudde hem heen en weer, zodat haar tanden door zijn huid heen scheurden. De bloedspetters vlogen in het rond, en na een tijdje liet de Mightyena Evening weer los.
Evening bleef doodstil liggen. Misschien als hij zich doodhield, dat de mightyena dan weg zou gaan. ''Je hebt geluk dat we net gegeten hebben, anders had ik je aan flarden gescheurd!'' riep de mightyena nog, en verdween met een grote snelheid weer richting het bos.
Nog steeds bleef Evening liggen. Aan deze kant was het opgeklaard. De lucht was blauw, en de wolken waren wit. Evening bleef even kijken naar de wolken. Zijn hele lichaam deed pijn. Zijn ogen deden pijn van de tranen, zijn poten waren kapot, evenals zijn rug en nek. Ookal zou hij verder willen, hij kon het niet. Evening begon wazig te zien, en na een flinke pijnscheut werd zijn blik zwart.
Hij lag er een tijdje. Seconden. Minuten. Uren. Pas toen de zon al bezig was om onder te gaan, en de lucht weer donker kleurde, gebeurde er weer iets. Een groot maar vriendelijk schepsel verscheen naast Evening. Het wezen bekeek hem even, en pakte hem toen voorzichtig op en zette hem op zijn of haar rug. En vervoerde hem naar een onbekende plek.
|
| | | Fallen Administrator
Aantal berichten : 2293 Leeftijd : 29 Registration date : 11-04-08
Over je pokemon Leeftijd: 3 Status: Gezond Partner: What is love? BABY DONT HURT ME, DONT HURT ME, NO MOAH.
| Onderwerp: Re: Evening. za nov 28, 2009 3:27 pm | |
| Het was een koude stormachtige avond. De wind raasde door het land. De lucht was donker van de nacht, en er verschenen steeds meer donkergrijze wolken aan de hemel. Het zou niet lang meer duren voordat er een fikse storm aanbrak. Hoog in de lucht vloog een enorme vogelachtige pokémon. Die had nogal last van dit barre weer, want de sterke windstoten rukten haar telkens heen en weer. Haar sjaal wapperde telkens tegen haar hoofd. Ze had er moeite mee om recht te blijven vliegen. Dat moest ze wel, want ze had een passagier op haar rug. De vogel keek rond. De wolken verzamelden zich. Spoedig zou het gaan onweren. Voordat dat gebeurde moest ze weer aan de grond zijn, anders werd deze vlucht levensgevaarlijk.
Evening sliep, maar niet voor lang. Het was koud. Erg koud. Hij rilde, en deed voorzichtig zijn ogen open. Zijn beeld bleef echter zwart. Het was nog lang geen ochtend. Langzaam stond hij op. De wind gierde door zijn oren, en de wind trok aan zijn haren. Ook regende het, en dat prikte aan zijn wonden. Snel ging hij weer liggen, en meteen had hij minder last van de wind. Bah, hij kon beter weer gaan slapen. Maar net toen hij zijn ogen dicht wou doen had hij ineens door dat hij niet gewoon ergens op de grond lag, maar hij lag op iets, dat door de lucht heen vloog! Hij voelde met zijn pootjes over de veren die onder hem lagen. Maar nog had hij geen idee waar hij op zat. Hij was te moe om te spreken. Morgenochtend.. morgenochtend kon hij weer alles zien. Dan zou hij vast diegene zien die hem beschermd had. Evening ging weer liggen. Geen minuut later was hij al in slaap gevallen.
De vogel was nog steeds hard bezig met goed te blijven vliegen, en had niet gemerkt dat haar passagier wakker was geweest. Het ging nog harder regenen. In de verte hoorde ze een dof rommelend geluid. Het begon te onweren. Ze moest landen. En snel ook. De vogel deed een Flits-aanval, die de grond onder haar verlichtte. Tot haar opluchting was ze aangekomen op haar bestemming. Het grootste dorp in dit gebied. Tevens het enige dorp dat ze hier kende. En ze was hier maar een keer eerder geweest. Dus de naam ervan wist ze ook niet.
Maar dat maakte voor nu niks uit. Ze waren er, ze kon gaan landen en ze konden binnen gaan overnachten. De vogel landde, en liep verder naar de verlaten boerderij waar ze bij haar vorige bezoek aan dit dorp geslapen had. Ze legde Evening voorzichtig neer op een stapel stro, en schudde haar vleugels uit. Hier was het warm en droog, en ze lagen uit de wind, en beschermd tegen de regen. De vogel ging liggen, en gaapte. Die vlucht had veel van haar gevergd. Ook zij was heel moe. En ook snel viel ze in een diepe slaap.
De ochtend was aangebroken. Op een omgewaaide boom zat een Taillow, die zijn lied uit volle borst zong. Evening werd weer wakker, en wreef zijn ogen uit. Nog slaperig keek hij rond. Gisternacht was hij ergens buiten, en nu lag hij in een hooischuur van een boerderij? De grote vraag bleef; wie had hem gered, en wie had hem hier naartoe genomen? Evening stond moeizaam op, en liep langzaam door de schuur, zoekend naar die ene persoon. Maar het enige wat hij vond waren een paar veren in het hooi. Hij pakte de mooiste die hij kon vinden en keek er aandachtig naar. Een rode veer. Geen idee van welke pokémon dat kon zijn. Het was iniedergeval wel een mysterieuze pokémon. Nog steeds kijkend naar de veer vroeg hij zich af : Zou hij die redder ooit weer terugzien?
Op zijn wonden hadden zich korsten gevormd, waardoor hij er minder snel last van zou krijgen. Maar toch deden ze nog aardig pijn. Evening duwde tegen de grote houten deur en liep naar buiten. Het was nu mooi weer. De zon scheen, en er waren alleen onschuldige witte wolkjes te zien. De schade van de storm was wel goed te zien. Af en toe lagen er bomen die omgewaaid waren, of bomen die uit elkaar gereten waren door de bliksem. Wat was hij blij dat hij veilig in die schuur had gelegen terwijl de storm woedde. Evening keek rond. Er liep maar een enkel paadje, en die zou hij dan ook volgen.
Het was een simpel pad, gemaakt van grindsteentjes. Het liep recht door de mooie velden, die vol stonden met bloemen, waar vele Butterfree's en Beautifly's op af kwamen. Het was een prachtig gezicht. Maar al gauw zag Evening iets anders. Hij naderde een dorpje. Evening raakte meteen opgewonden. Zouden de pokémon hier nog leven? En als dat zo was, konden ze hem misschien helpen om het op te lossen. Om uit te vinden wat hier aan de hand was. Hij versnelde zijn pas.
Hij kwam aan bij het dorpje. Voorzichtig liep hij over de straatstenen. En al gauw zag hij allemaal pokémon. Ze liepen rustig over de straten. Sommige met tassen. Die gingen waarschijnlijk winkelen, of zoiets. De pokémon zagen er erg relaxed uit. Ze wisten vast niet wat er met het andere dorp was gebeurd. Evening liep tussen de pokémon door, maar ze merkten hem niet eens op. Mooi zo. Evening hield er niet van om aangestaard te worden, hij werd dan liever niet gezien. Ineens werd hij opgepakt door een pokémon. Hij wou om hulp schreeuwen, maar daar ging het allemaal te snel voor. De pokémon die hem gegrepen had rende een huis binnen, en deed snel de deur ervan weer dicht. Evening werd neergezet, en nu kon hij zien wie hem meegenomen had. Voor hem stond een grote bever-pokemon, een Bibarel. ''Oh Evening, wat is er toch met je gebeurd? Je zit onder de wonden jongen, zo kan je echt niet over straat!'' zei ze, en liep naar de keuken, en begon kastjes open te trekken.
''Ah, hier zijn de pleisters!'' riep ze opgelucht. Ze frummelde wat, en plakte er toen een paar op Evening's kleinere wonden. ''Is dat niet beter, schat? Die grotere wonden moeten denk ik verbonden worden.. '' zei ze terwijl ze de doos met pleisters weer terug zette. Evening had haar de hele tijd raar aangekeken. ''Pardon, wie bent u?'' vroeg hij, terwijl hij haar onderzoekend aankeek. De Bibarel keek hem met grote ogen aan. ''Ohja! Sorry hoor, ik laat me altijd zo meeslepen..'' verontschuldigde ze zichzelf. ''Ik ben Hiromi.. je kent me vast niet meer. De laatste keer dat ik je zag was al weer een paar jaar geleden.. Ik ben een goede vriendin van je ouders.. '' Evening slikte, en kreeg tranen in zijn ogen. ''Mijn ouders.. zijn dood'' zei hij tegen de Bibarel.
''Ik weet het..'' antwoordde ze zachtjes terug. Evening keek verbaast. ''Maar hoe kan u dat weten?'' vroeg Evening aan haar. Want de rest van de pokémon wisten het blijkbaar nog niet. ''Ik kreeg een bericht door van iemand.. Ik weet het ook pas een halve dag.. Ik vind het echt erg voor je, Evening. Maar voorlopig zal je bij mij wonen. Ik ben gevraagd om je pleegmoeder te zijn.. Ik weet dat het raar klinkt, maar je kan niet rond blijven zwerven, dat word je dood..'' Hiromi glimlachtte vaagjes. En Evening deed hetzelfde. Ja, het was raar om ineens een nieuw huis te hebben, maar aan de andere kant; hij kon toch nergens anders heen. Hij had geen vrienden meer, geen familie. Het was dus het beste om hier te blijven. Hij kreeg een onderkomen, en hij kon hier waarschijnlijk nieuwe vrienden zoeken, om opnieuw zijn leven te beginnen. Toch? Nouja, hij zou het nog wel zien. Hij hoefde zich eventjes nergens zorgen over te maken.
Die middag ging de bel. Hiromi de Bibarel deed de deur open, en er stond een kleine Bidoof in de deuropening, met een rugtas op zijn rug. ''Hoe was school, liefje?'' vroeg Hiromi. Maar de Bidoof reageerde niet op zijn moeder, en hij keek verbaast naar Evening. ''Wie is dat?'' vroeg hij aan zijn moeder vol verbazing. Zijn moeder glimlachtte naar haar kind. ''Dat is Evening.. hij komt een tijdje bij ons wonen, goed? Wel aardig voor hem zijn, hé!'' De Bidoof rende naar binnen en zette zijn schooltas neer op de grond, terwijl hij nieuwsgierig naar Evening bleef kijken.
Het zag er grappig uit, en toch vond Evening het niet erg prettig als pokémon zo naar hem keken. Alsof ie raar was. Een buitenstaander. Dat was hij dan wel, maargoed. ''Ik ben Teiko'' zei hij neutraal tegen Evening. ''Hallo Teiko'' antwoordde Evening met een scheve glimlach. ''Uhh.. welkom hier, ofzo…'' zei Teiko. Hij had duidelijk geen inspiratie om iets te zeggen. Hij pakte zijn schooltas weer op en verdween in de gang. Evening hoorde dat hij omhoog ging op een trap, en daarna werd het stil.
Hiromi liep weer richting Evening. ''Sorry voor het gedrag van Teiko. Hij is nogal verlegen met nieuwe pokémon, en zeker als er ineens een nieuw iemand in huis is'' Zei ze. Evening knikte. ''Ik begrijp hem helemaal, mevrouw..'' zei Evening terug. ''Oh alsjeblieft, noem me maar gewoon Hiromi. Met dat mevrouw voel ik me zo oud..'' Zei Hiromi, en lachte even. Evening lachte niet, maar kreeg wel een brede grijns op zijn gezicht. ''Ga hem maar boven opzoeken op zijn kamer. Hij vind het vast leuk als je met hem gaat spelen. Ik denk wel dat jullie goede vrienden kunnen worden!'' zei Hiromi glimlachend, en liep een andere kamer in. Evening liep langzaam de trap op, en met wat moeite kwam hij boven. Hij opende een deur, maar dat was een badkamer. De tweede kamer was wel de goede. Teiko keek verschrikt om, en Evening glimlachtte. ''Zou ik mee mogen doen?..''
De middag ging zo snel voorbij. Evening was net als Teiko nog heel jong, dus ze vermaakten zich urenlang met allerlei spelletjes. Ze werden onderbroken door geroep beneden. Evening en Teiko deden de deur open, en keken naar beneden. Daar stond Hiromi. ''Het eten staat klaar!'' zei ze met een brede glimlach. Evening werd nog blijer dan hij al was. Hij hield ervan dat ze altijd glimlachtte. Het maakte hem vrolijk. En hij had vreselijke honger gekregen. Teiko rende als eerste naar beneden, en Evening volgde.
Teiko sprong meteen op een stoel, en Evening ging op de stoel ernaast zitten. De stoelen waren van hout, maar er zaten kussentjes op zodat je toch comfortabel zat. Hiromi had ovenhandschoenen aangetrokken, en deed de oven open. Ze haalde er een bakvorm uit en zette die op tafel. Er kwam een heerlijke geur vanaf. Evening begon bijna te watertanden. De Bibarel deed haar ovenhandschoenen uit en kwam ook aan tafel zitten. ''Tadaa! Mijn zelfgebakte oran-bessen taart!'' zei ze vrolijk. ''Wauw..'' zei Teiko en likte zijn lippen af. Evening kon ook niet wachten tot hij een stuk kon proeven.
De Oran bes was altijd een van zijn favoriete soorten geweest. Hiromi snee er punten uit en gaf iedereen een stukje. Evening nam heel voorzichtig een eerste hapje. Au! Het was heet. Maar wel lekker. Hij wachtte even met het nemen van een volgend stuk, en toen het afgekoeld was nam hij er gulzig happen van totdat het stuk was verdwenen. ''lekker!'' riep Evening enthousiast. ''dat vind ik ook, mam!'' zei Teiko. ''Daar ben ik blij om'' antwoordde Hiromi glimlachend.
Die Avond hebben ze nog veel gepraat. Evening vertelde wat er allemaal precies gebeurd was de laatste paar dagen. En Hiromi en Teiko vertelden over dit dorpje, en alles er omheen. Het dorp lag in het middelpunt van een kleine vallei, Sunshine Valley genoemd, omdat de zon er altijd leek te schijnen. Behalve dan de laatste tijd. Er kwamen steeds meer zware stormen. Er was iets vreemds aan de hand. Maar wat er precies aan de hand was ,wist niemand. Na het lange praten vielen ze alle drie in al snel in slaap.
Toen Evening de volgende ochtend wakker werd, en zijn ogen opende, zag hij dat Teiko niet meer in de kamer lag. Evening keek verbaast om zich heen, en gooide de deken van zich af. Hij liep de kamer uit, en de trap af. Hiromi lag daar te snurken in een stoel. Evening keek er even raar na. ''Hiromi?'' zei hij zacht. Hiromi schrok wakker. ''Oh, jij bent het Evening!'' Ze ging normaal zitten, en keek hem aan. ''Je hebt nogal uitgeslapen zeg. Teiko is al naar school..'' School dus. Er was hier een school in de buurt. Kon Evening ook niet naar die school? Hij was al blij met Teiko als nieuwe vriend, maar hij had er zin in om andere pokémon hier te ontmoeten. ''Ik weet wel wat je denkt'' zei Hiromi met een grijnsje. Ze stond op, en liep naar hem toe. Ze krabde even met haar poot over haar kop. ''Laten we dan maar eens een bezoekje brengen aan de school, hé!'' Evening knikte heftig.
Het ging gemakkelijk. De leiding van de school deed niet moeilijk, en ze wouden Evening dolgraag accepteren als leerling. Evening was dolblij, en zou volgende week kunnen beginnen, want het was nu al vrijdagmiddag. Evening keek er naar uit, en aan de andere kant was het toch wel weer spannend. Hoe zouden de pokemon hem vinden? Zouden ze net als Teiko hem accepteren en met hem willen spelen, of zouden ze hem keihard negeren, of zelfs pesten?
Het weekend ging ook al snel voorbij. Er gebeurde weinig en toch weer veel voor Evening. Hij kwam steeds meer te weten over de familie. De vader was op reis voor zijn werk, en na een maand zou hij terugkeren naar huis. Hiromi was zo aardig en lief, en als een moeder voor hem. En Teiko als een broertje. Ze waren gewoon geweldig. Hij zou het niet erg vinden om hier te blijven voor een tijdje. Of misschien zelfs voor altijd. Het voelde nu iniedergeval al vertrouwd bij de familie.
Het was maandag. De eerste schooldag zou gaan beginnen. Evening stapte de klas binnen. Meteen werden alle blikken op hem gericht. Dat maakte hem knap zenuwachtig. ''Dit is onze nieuwe leerling, Evening..'' Zei de juf, een Girafarig. Ze keek vriendelijk naar Evening ''Kies maar een plek uit om te gaan zitten.'' Evening knikte, en keek rond. Er waren nog maar twee tafeltjes vrij. Hij wist niet hoe de pokemon waren, dus hij deed maar wat. Hij ging zitten, en sloot even zijn ogen, en opende ze daarna weer. Hij keek naast zich. Het zag ernaar uit dat Evening niet de beste plek had uitgekozen... |
| | | Fallen Administrator
Aantal berichten : 2293 Leeftijd : 29 Registration date : 11-04-08
Over je pokemon Leeftijd: 3 Status: Gezond Partner: What is love? BABY DONT HURT ME, DONT HURT ME, NO MOAH.
| Onderwerp: Re: Evening. zo jan 10, 2010 9:09 pm | |
| Wilt iemand zeggen wat ie van hoofdstuk 3 vind? Ik ga namelijk niet zonder reacties verder typen. Straks is het verschrikkelijk slecht T.T |
| | | Riolu
Aantal berichten : 882 Leeftijd : 30 Registration date : 05-08-09
Over je pokemon Leeftijd: 15 years Status: Gewond Partner: Jouw wangen zijn rood, ik ben blauw, Amore ik hou van jou
| Onderwerp: Re: Evening. ma jan 11, 2010 2:29 pm | |
| typ verder, typ verder, typ verder! =D ik wil weten hoe het afloopt. xD
Leuk hoofdstuk, dit keer niet alleen spanning en verdriet enzo, maar ook een gedeelte waarin evening zich blij voelt. Verder leest het gemakkelijk door en ik heb nog niet echt foutjes kunnen ontdekken (niet dat ik daar erg op let ofzo O.o). Dus zoals ik al duidelijk wilde maken; ga zo door =D. Jeeh |
| | | Fallen Administrator
Aantal berichten : 2293 Leeftijd : 29 Registration date : 11-04-08
Over je pokemon Leeftijd: 3 Status: Gezond Partner: What is love? BABY DONT HURT ME, DONT HURT ME, NO MOAH.
| Onderwerp: Re: Evening. ma jan 11, 2010 4:52 pm | |
| Jah, ik vond het zielig om hem alleen maar ongelukkig te laten zijn.. dan is het op gegeven moment niet leuk meer. Maar niet gevreesd, mensen die hem wel ongelukkig willen; het zal gauw genoeg weer vreselijk fout gaan! Ghehe... GEHEHEHEEHE =D
Nu ik een comment heb zal ik proberen het nieuwe Hst te typen, als ik mn huiswerk ook afkrijg, enzo. [ik heb namelijk ineens zon bui dat ik supergoede cijfers wil halen O.o]
Bedankt Riolu! |
| | | Gesponsorde inhoud
| Onderwerp: Re: Evening. | |
| |
| | | |
Soortgelijke onderwerpen | |
|
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |
|