Tunder was al ver de berg op geklommen. Hij stond nu boven aan de top. Hij haalde eens diep adem, Tora was haar geheugen kwijt, hij hád dat kunnen voorkomen, als hij er was geweest, hij was de oorzaak van alles, alle slechte dingen in deze wereld. Tunder twijfelde, zou hij er een einde aan maken? Aan alles? Toen haalde hij nog een keer diep adem om nog wat over de bergen te schreeuwen. 'Tora! Ik hou van je, met alles wat ik heb, het spijt me!' Riep hij zo hard mogelijk, hij hoorde het zelfs nog nagalmen. Toen sprong hij, hij rolde van de berg met uitstekende punten die zich hier en daar in zijn lichaam boorden. Tunder rolde naar onderen, naar de voet van de berg. Hij was dood.
(Helemaal dood;) )