Nu ze de hoek om gingen, werd alles stiller. De stilte van het bos aan de linkerkant vulde de gehele omgeving. Van het dorp van niks meer in de oren de horen. Katsu keek hierdoor tevreden op. Als Houndoom haar zinnen zegt, luisterd hij. Ze onkende dat er wat was, hij geloofde er niks van. Aan haar houding te zien was er nog altijd was. Hij ging ervan uit dat ze in haar normale doen en laten, nooit zo was. Ze had zich aangepast. Eerst gedroeg ze zich als een kreng, nu is ze een stuk vriendelijker en open. Hijzelf has zich er ook weer naar aanepast. Hij was eigenlijk onderdanig, maar Houndoom had hem er naar gemaakt, zich normaal te gedragen. Naja, normaal, beter als voorheen. De straat waaraan ze liep was ook al zo lang, viel hem op. Zijn blik was daarom ook naar voren gericht in de hoop dat hij het einde kon vinden. Maar nee, het enige wat hij kon zien, waren punten van bomen, dat was het. Als Houndoom op een kalme toon opnieuw begon te praten, keek hij haar weer aan. Ze had een twijfelende blik in haar ogen, wat hem tot de conclusie bracht, dat er echt wat was. Ze zat echt ergens mee. Met een vriendelijke glimlach kijkt hij haar aan. Ergens wist hij zijn ogen nu ook warm te doen lijken. Hij vond het vervelend als andere ergens mee zaten, maar hij ze er niet mee kon helpen. Vandaar dat hij zo vriendelijk mogelijk probeerde over tekomen.
"Oké", antwoorde hij dan ook instemmend. Dan hoefde ze zich daar verder geen zorgen over te maken. Ze moest het zelf weten als ze weg wilde. Hij vond het in ieder geval fijn iemand ontmoet te hebben. Hij had zich ook vreselijk in haar vergist, ze was echt anders als wat hij dacht. Vandaar dat hij zeer tevreden was.
"Dan ga ik ook maar....het was prettig kennis met je te maken", sprak hij nog steeds met de warme toon die hij automatisch wist aan te houden.