Een grote, witte Ninetales struinde langs de branding. Ze hield niet van water, zoals vele vuurpokémon, maar ze genoot van het uitzicht. De Infinite Sea was werkelijk grenzenloos en dat intrigeerde haar. Wat lag er achter die blauwe horizon? Teresiá zakte door haar poten en ging in het zachte zand zitten. Een bries speelde met haar staarten, die elk even gevaarlijk waren. Wie kende de legende niet? Een ieder die de staart van een Ninetales grijpt, is voor duizend jaar vervloekt. Zolang kon zijn ook leven, duizend jaar. Dat kon de redelijk jonge pokémon zich nog niet goed indenken. Er kon zoveel veranderen in duizend jaar. En wat als ze dat niet eens haalde. Dat zou ook zonde zijn. Ze snoof de zilte zeelucht op, toen er plotseling wat veranderde.
Het werd stil. Ontzettend stil. De oceaan stopte met ruizen en lag spiegelglad voor haar. Ze wind was weg, de geluiden van Starly en Swellow verdwenen. Achterdochtig stond Teresiá op. Opeens kwam het zee water weer in beweging, maar niet op de normale manier. Het trok zich terug! Verbijsterd staarde ze naar het blauwe water dat van het strand wegstroomde en vele waterpokémon onthulde. Magicarp lagen nutteloos spetterend op het vochtige zand, Tentacool keken verbijsterd om zich heen en een Buizel lag roerloos op zijn buik. Een angstig gevoel bekroop Teresiá en ze deed langzaam een stap achteruit. En nog één en nog één. Dit kon niet goed zijn. Op den duur moest dat water toch terug komen? En dat deed het.
Ze ag het in de verte. Het was een enorme golf, zeker twintig meter hoog en het leek de complete zee te beslaan. Teresiá staarde er een ogenblik met opengesperde ogen naar en zette het toen op een lopen. Ze schoot het bos in waar vele pokémon bij de bosrand stonden en even verbijsterd naar de golf staarde. “Rennen!” gilde ze, terwijl ze door de haag van pokémon stormde. Haar roep leek iedereen uit zijn trans te trekken en de gehele massa rend ein paniek weg. Teresiá rende de longen uit haar lijf, maar ze hoorde het ruisende geluid van de golf naderbij komen. Ze keek om, zag een enorme, blauwe muur op zich af komen en gilde. Toen verzwolg het water haar.
De klap was verdovend, het water ijskoud. Gedesoriënteerd trappelde ze in het rond. Ze was geen goede zwemmer, omdat ze water al van jongs af aan had gemeden. En poedelen in magma was toch heel wat anders. Woest trapte ze met haar poten, toen een stroming haar plotsleing beet greep. Het sleurde haar verder het land in, haar longen branden. Ze moest lucht hebben, NU! Wanhopig pedellend ontsnapte ze aan de stroom en zag een lichtere kleur blauw boven zich. Na een laatste inspanning doorbrak ze het oppervlak. “Huuueehh.” Hijgde de Ninetales terwijl ze naar adem hapte. De stroom trok naar nog altijd mee en het zilte water drong haar neus binnen. Teresiá niesde en keek verwilderd om zich heen. Pokémon, bomen en struiken dreven op hoog tempo langs. Plotseling zag Teresiá een boom op zich afkomen die nog overeind stond. De spieren in haar poten protesteerde toen de haar voorpoten om de tak sloeg en zich omhoog werkte. Verslagen keek ze naar het water. Ze kon niet zien waar de vroegere kustlijn was geweest, maar deze boom was toch zeker vijftien meter hoog. Al die arme pokémon… Ze rilde, ze was volledig doorweekt. Als ze niet snel opwarmde…