In de bos die aan de rand van de Abandoned Factories stond lag in een boom Grovyle te slapen. Hij had zich een dikke tak uitgezocht om goed op te kunnen liggen en hij was in slaap gevallen. Zijn tas had hij aan een iets kleinere tak opgehangen. En op een tak boven hem zat Avix, Grovyle's pet Chatot, ook een dutje te doen. Avix had zijn vleugels tegen zijn lijf aan gedrukt. Zijn borst ging rustig op en neer en af en toe brabbelde hij wat in zijn slaap. Grovyle lag op zijn rug uitgebreid te slapen, zijn linker been hing naast de tak en bewoog een beetje mee op de wind.
Ineens klonk er een harde knal. Grovyle schrok wakker en verloor zijn balans en kwakte op de grond. "Auw." zei hij stilletjes terwijl hij over zijn hoofd wreef. Avix was ook wakker geschrokken en vloog omlaag en landde op een tak die voor Grovyle op ooghoogte was. "Had je niet even mijn tas kunnen pakken, nu moet ik weer naar boven klimmen." zei Grovyle tegen Avix. "Naar boven klimmen, naar boven klimmen." herhaalde deze. "Ja, ja, ik ga al." zei Grovyle en sprong naar boven de boom in en pakte zijn tas. Onder aan gekomen zei hij: "Laten we maar eens gaan kijken wat die knal was, misschien kunnen we wel helpen."
Als snel daarna kwamen Grovyle en Avix bij de ingang van de verlate fabriek. Hij zag een Quilava naar buiten komen. Grovyle stapte op hem en af en vroeg: "Hoi, ik hoorde toen net een knal. Weet jij wat er aan de hand is?" En Grovyle keek met zijn helder blauwe ogen de Quilava aan en wachtte rustig op een antwoord.