Rosa opende haar rechteroog om 'm vervolgens direct weer dicht te knijpen. Was ze in slaap gevallen? Met een tevreden zucht rekte ze zich eens goed uit, daarna bleef ze even roerloos liggen. 'Oké, oké..' Met een zucht rolde ze zich op haar buik en duwde ze zich met haar pootjes van de grond af. Een gaap ontsnapte haar bekje. Hoe laat was het inmiddels al niet? De zon scheen vrij fel, het was waarschijnlijk in de middag. Ze was vandaag dan ook op een vrij vroeg tijdstip naar het strand gegaan. De geluiden van de woeste golven deden haar altijd kalmeren. Het was echter nooit gebeurd dat ze in slaap was gevallen. Normaliter lag ze gewoon op het zand te rusten, blijkbaar was ze dan toch deze ochtend in slaap gedommeld. Rosa hief haar kop op en keek het strand over. Toen ze iets zag verderop in het zand kneep ze haar ogen tot spleten samen. 'Wacht, wat?' Geďrriteerd deed ze haar ogen weer helemaal open. Wat voor nut had het om haar ogen toe te knijpen? Het zou er niet op magische wijze voor zorgen dat ze beter de verte in kon kijken. Met een zucht schudde ze haar hoofdje. 'Blijkbaar te lang in de zon wezen bakken, mogelijk meer dan een paar hersencellen oververhit geraakt.' mokte ze zichzelf. Hoe dan ook, ze had verderop wat in het zand zien liggen, mogelijk een Pokémon. De moeite waard om te onderzoeken. Rosa zette haar eerste stap het zand in en moest weer wennen aan het gevoel van haar poten die wegzakte. Niet tevreden met de snelheid waarop ze vooruitkwam besloot ze een sprint te trekken. Ze voelde de spieren in haar achterpoten branden en moest hier even om glimlachen, niets gaf zo'n heerlijk gevoel als wanneer je een goede sprint trok. Nu Rosa eenmaal rende, kwam het 'object' dat ze in verte gezien had, steeds dichterbij. Toen ze eenmaal tientallen meters verwijderd was - van de Pokémon - concludeerde ze, remde ze af. Met slome passen liep ze de laatste meters naar de Quilava toe. ''Zo.'' zei Rosa toen ze eenmaal naast de Quilava stond, ''Ook aan het genieten van een dagje strand?'' vroeg ze met een grijns op haar gezicht, ze liet zich neerzakken op het zand. ''Mijn naam is Rosa.''