Nikki liep met haar gekneusde vleugel naar het genezende meer. "nou, vliegend gaat veel sneller" zei ze met een diepe zucht. Toen ze bij het meer kwam keek ze haar ogen uit; "wat veel pokemons!". Nikki maakte nog een eindsprintje met haar laatste energie en dronk uit het meer. "Ohhh, wat lekker fris water!" zei ze onder het drinken door. Toen dacht ze weer aan die nacht..
Het was gaan stormen, en heftig ook. Heel veel kleine pokemons hadden hulp nodig. Ze had er nog maar een paar geholpen of ze werd zelf door een grote tak geraakt. Toen was ze even buitenwesten geweest. Die volgende ochtend was ze pas wakker geworden. Er stonden een paar pokémons om haar heen. Ze hadden tegen haar gezegd dat ze naar dit meer moest gaan om zich te genezen. Dat had ze gedaan, en nu was ze er.
Nikki kreeg tranen in haar ogen toen ze weer aan die arme pokémons dacht. "Als die stomme boom me nou niet had geraakt.." "Maar ik kan ook niet kiezen of die boom valt of niet."
Toen Nikki genoeg had gedronken ging ze naast een Pikachu ligen. Die was vast ook gewond geraakt bij de storm. 'ik zal het wel vragen' dacht ze bij zichzelf. "Ben jij ook gewond geraakt door die storm?" en met een scheef kopje wachtte ze op een antwoord.