Een ijzig koude wind vloog voorbij. Hollow rilde. Dezelfde vraag bleef zich continue herhalen in zijn gedachten. 'Waarom ben ik hier?' Hij kon zich niet herinneren hoe hij hier terecht was gekomen, was het door die ene nare Noctowl die hem hierheen had gevlogen, of kwam het door een Ninetales die hem hierheen had gejaagd? Of waren dat slechts illusies die in zijn hoofd rondzweefden? Hij wist het niet, maar één ding wist hij zeker, hij was bang. Waren het hallucinaties die zich in zijn kop afspeelden? De witte schimmen die zich op dit donkere terrein bevonden? Overal waar hij maar keek stonden grote stenen, met diepe tekens erin gekerfd. Wat het betekende, daar had hij geen flauw benul van. Voor de zoveelste keer kwamen er tranen in hem op, die zich langzaam vanuit zijn ogen lieten vallen naar de grond. Naar warmte en liefde zoekend, sloeg hij teleurgesteld zijn eigen armen om zijn lichaam heen. Niet dat dat veel hielp, maar zo voelde het alsof hij de aandacht kreeg, waar hij al vier maanden naar verlangde. Zijn mondhoeken trok hij naar beneden, zodat hij het tegenovergestelde gezichtsuitdrukking van een pretface had. Angstig ging hij zitten op zijn kont, starend naar een groot wit kruis die er griezelig uit zag.
[&Zira]