Sibby huppelde, zoals ze wel vaker deed. Het landschap was zacht groen, met verscheidene andere kleuren erin, van de bloemen. Ook stond er af en toe een boom of een grote kei. Sibby zag een schaduw over het gras glijden, maar ze zag niemand, tot ze naar boven keek. Daar zag ze een een bijna witte pokémon vliegen, met rode en blauwe driehoekjes op de buik. Het was een togekiss. sibby keek ernaar en zag hoe die een eindje verder in het gras landde. Sibby rende erop af, want ze wilde wel wat gezelschap.
Eenmaal daar aangekomen, zag ze hoe de pokémon door het gras waggelde. "Hoi!" riep ze vrolijk. "Wie ben jij? Ik ben Sibby." Maar voor Sibby antwoord kreeg, vroeg ze al verder: "Waar kom je vandaan? Is het daar mooi? Waarom ben je hierheen gekomen? Wil je met me spelen? Welk spel zullen we dan doen? Wat is jou lievelings spel?" Gelukkig moest Sibby ademhalen, want anders was ze door blijven vragen. Sibby was best wel een kletskous en dat was soms ook erg duidelijk te merken.