''Taresh, vormde ze een bedreiging?'' Rowan's vraag was naar Taresh gericht, dus hield Lunaria haar snavel. ''Natuurlijk niet. Als ze een bedreiging had gevormd had ik haar echt wel van kant gemaakt,'' was het antwoord van Taresh. Lunaria wilde dolgraag iets er tussendoor zeggen, maar besloot haar snavel nog even te houden. ''Ik heb haar duidelijk gemaakt dat ze zich hier niet nog eens moet vertonen en op de manier hoe ik dit heb gedaan denk ik dat deze boodschap goed is overgekomen. Maar mevrouwtje daar was het hier duidelijk niet mee eens en vond dat ik de Flareon meteen had moeten doden, iets wat ik heus wel had gedaan als zij nog één foute zet had gemaakt.'' Een geďrriteerde zucht verliet Lunaria's snavel. Was hij nou echt dom? ''Het gaat er niet om dat je boodschap niet duidelijk was, Taresh,'' sprak ze. Ze begon vermoeid te raken van deze discussie, en dat was in haar stem te horen. ''Het gaat er om dat, hoe dreigend je ook bent geweest, deze Flareon nu kan navertellen dat je haar hebt laten gaan, en wie weet wat voor leugens ze gaat verzinnen als ze dit doet. Dat ze er niet dreigend uit zag of niet dreigend doet, betekent nog niet dat ze haar herinneringen kan verdraaien zodra ze haar bek open trekt!'' Lunaria merkte dat ze haar kalmte totaal aan het verliezen was. Misschien begreep Taresh nu ongeveer waarom ze die Flareon liever dood had gezien. ''Wat is er aan de hand?'' De vraag liet Lunaria met een ruk haar kop omdraaien. Haar zicht draaide niet meteen mee, omdat ze even was vergeten dat zij op een andere manier moest zien. Een Leafeon stond daar. Lunaria wist dat het een Guerra lid was, maar geďnteresseerd was ze niet. Nog iemand om de discussie tussen haar en Taresh te onderbreken. ''Nou, als jullie een vrolijk theekransje willen houden zal ik nu vertrekken.'' Nog steeds even geďrriteerd sloeg ze haar vleugels uit. Nog één keer draaide ze haar kop om naar de Golduck en de Luxray, van wie ze nog steeds niet zeker wist of ze hem mocht of niet. ''Misschien zoek ik die Flareon wel even op, om te luisteren of ze nog moedig aan de Guerra is ontsnapt.'' Vervolgens sprong ze van de tak en sloeg ze met haar vleugels, tot ze uit het zicht verdween. Meestal hield ze haar irritatie in, maar deze keer had ze daar geen reden voor gezien. Ze wilde even alleen zijn. Even de gedachten in haar kop weer op een rijtje zetten.