een kleine piplup genaamd Gideon liep door het woud. Hij keek rond en zag totaal niemand. Hij vond het best angstaanjagend en hij rende door. Tot hij over een tak tuimelde, tranen sprongen in zijn ogen. Hij had zijn pootje bezeerd en hij veegde zijn tranen weg. Hij probeerde op te staan en hij hinkte verder. Dit was veel vermoeiender en hij ging zitten. Waarom was hij hier? spookte door zijn hoofd. Hij kneep zijn ogen dicht en drukte zijn tanden op elkaar. De pijn was niet te harden. Gideon pakte zijn voetje vast en piepte van de pijn. Het was niet gebroken, alleen flink gekneusd. Zou hij hulp krijgen van iemand?