Banner komt er snel aan.
Oké, ik zal het even samenvatten voor jullie
. Het is al bijna weer 1 september en de 3 potters gaan naar school. James naar de 6e, Albus 5e en Lily 4e.
Sinds de zomer nemen duistere krachten toe. Er verdwijnen mensen en sommige worden dood terug gevonden.
De schouwers zijn druk bezig met het uitpuzzelen van de moorden maar Haarry denkt dat er meer aan de hand is. Toch stuurt hij zijn kidz naar school, en dat had hij beter niet moeten doen.
PROLOOG
De eikenhouten deur ging open. Een prachtige jonge dame stapte naar binnen.
Haar roodachtige haar dat tot haar ellebogen reikte en haar zachte bruine ogen, waren enkel twee van de vele opmerkelijke punten die op de eerste blik opvielen.
Met een grimas loopt ze het kantoor binnen. Blijkbaar was dit bezoek afgesproken aangezien de man aan het bureau opstond en naar een stoel wees.
De vrouw ging zitten, maar de man bleef staan.
''Wil je misschien iets te drinken?'', vraagt de man vriendelijk. De vrouw schudde haar hoofd en en toverde een glimlach op haar gezicht.
''Ik heb gehoord dat je gaat lesgeven, op Zweinstein,'' zei ze zacht.
''Klopt,'' reageerde de man.
''Waarom geef je je baan hier op, voor een simpele docentenbaan?''
''Ik verlies mijn baan niet, ik help alleen een goede vriendin uit de brand.''
''Aha, en je gaat les geven aan de Potters?''
''Klopt ook.''
De vrouw bleef glimlachen en hem in zijn ogen kijken. Haar vingers speelden om een houten stok in haar broekzak.
''En is Anderling de vriendin? Was ze ten einde raad en vroeg een oud-leerling om terug te komen?''
''Ja.''
''Waarom vraagt ze jou?'' vroeg de vrouw bruusk. De man veranderde niet van houding en bleef haar aankijken.
''Het schijnt een ander jaar te worden, dan wat men gewend is. Tenminste, sinds de dood van Jeweetwel. Maar ik neem aan dat je dat al wist?''
De glimlach van de vrouw verdween als sneeuw voor de zon en toonde een emotieloze blik.
''Als je hulp zoekt bij je zoektocht, dan ben je niet aan het juiste adres. Zoals ik al eerder heb gezegd, ik heb mijn kant gekozen,'' vervolgde hij.
''De verkeerde!'' schreeuwde de vrouw woedend. Ze stond op en wees met haar toverstok op de man.
De man ging ook staan en duwde de stok weg met zijn vinger.
''Ik suggereer dat je nu vertrekt.''
De vrouw liet haar toverstok zakken en draaide zich om. Maar nog net voordat ze bij de deur was keerde ze zich tot de man.
''De volgende keer dat ik je zie, zal ik niet zo genadig zijn!''
''Zolang je maar afblijft van de Potters,'' zei de man simpelweg.
De vrouw draaide zich om en de deur klapte dicht.
_________________