Het was donker is de Skull Forest. Er waren geen sterren aan de hemel… Enkel een héél klein stipje dat maan heette. Midden in het diepe bos waren er voetsporen. Het was Blame, een lange, slungelige, maar zeker niet zwakke, Grovyle. Hij rende traag over de oneindige vlakten van het bos. Toen hij opeens in een open veld stond ging hij uitgeput op een boomstam zitten. Toen hij naar boven keek zag hij de onmetelijke inktzwarte hemel. Hij hoorde geluid naast zich. Een kleine Caterpie sliep naast hem. Zijn gesnurk irriteerde hem dus hij sloot zijn vlijmscherpe poot om Caterpie’s hals die verschrikt wakker schrok en luid jammerde. Dat irriteerde Blame enkel meer. Hij drukte zijn vlijmscherpe nagels in de hals van Caterpie. De Caterpie gilde nu zo luid dat Blame er een beetje hoofdpijn van kreeg. Blame voelde warm bloed over zijn vingers stromen en zijn vingers in Caterpie’s hals drukken. ‘Kleine gillertjes…heb je niets aan.’ Siste hij ijzig. De caterpie gilde minder hard maar kokhalzde nu. Hij opende zijn “mond” om een web te spuiten maar er spoot enkel bloed uit zijn mond. De Caterpie hield op met gillen en zijn grote zwarte ogen weerspiegelden nu enkel de hemel. ‘Zielepietje…’ zei Blame en hij smeet het lichaam de Caterpie weg. Blame keek nu weeral naar de inktzwarte hemel. Opeens hoorde Blame geritsel. Hij keek in de bosjes en zag twee grote gele lichtjes, Het waren er ze, nee, acht! Opeens doemden er vier Mightyena’s op uit de donkere bosjes en gromde dreigend. Het geschreeuw van de Caterpie had ze wakker gemaakt en dat vonden ze niet echt leuk. De grootste, volgens Blame de leider, liet twee grote slagtanden zien. Net toen de Mightyena zijn poten achteruit deed, wist hij dat ze zou aanvallen. Blame had namelijk vroeger in een Duister Leger gezeten en wist perfect hoe en waneer een Mightiyena zou aanvallen. De grootste Mightyena stootte zich af en raasde op Blame af. Blame verwachte dat al schopt vlug een voet in de rechterkaak van de Mightyena. Die vloog hard achteruit en ramde een andere Mightyena mee. Ze vlogen allebei hard tegen een boom en vielen K.O. Zonder dat Blame iets gemerkt had, was een ander Mightyena achter hem aan geslopen en viel hem in de rug aan. Blame voelde de pijnlijke klauwen in zijn rug snijden, maar, Blame was pijn en verwondingen al iets gewend. Hij maakte een achterwaartse salto en plofte op zijn rug neer, weer de Mightyena zat. Hij hoorde een flauw geblaf. Hij krabte daarna de buik open. Al vlug voelde hij nog warmer bloed dan het bloed van de Caterpie. Hij stopte toen de Mightyena dood was en heel haar ribbenkast zichtbaar was. Al vlug stroomde er bloed in het gras, nu draaide Blame zich om richtte zich tot de laatste Mightyena. Die trok nu doodsbange gele ogen. Blame toonde zijn bloederige poten aan de laatste. Hij deinsde piepend achteruit en rende daarna zo hard mogelijk als hij maar kon weg. ‘Gr,’ zei hij vies terwijl hij naar de Mightyena keek. ‘Nu kan ik hier niet meer slapen door de geur van de lijk!’ Hij trok zijn neus op voor het lichaam en liep weg. Hij sprong een boom in en hopte van boom naar boom. Toen eindelijk een grote holle boom zag, rende hij er naartoe. Net voor de boom stond hij stil. De wortels stonden op instorten. Het was niet veilig om erin te slapen. Blame liep verder. Waarom zou hij slapen? Hij had nog helemaal geen slaap. Blame stond opeens voor de schedel van een pokémon. Hij likte aan de schedel en smeet hem weg. ‘Bah! Niet lekker!’ zei hij droog. Zijn rode ogen flitsten langs de oneindige bomenmassa. Zijn rode oogpuppilen gaven bijna licht in het donker. Zo goed kon hij zien in het donker. Hij rende verder en trapte expres een boomwortel kapot, waaruit er opeens een slaperige Digglet tevoorschijn uitkwam. Hij piepte kwaad, en dat was een vergissing van hem. Blame deed zijn Engergy Ball recht op de Digglet. De Digglet dook vlug weg, maar de ball vloog recht in het gat. Er klonk een geluid van een schedel die brak en bloed dat op de aarde spatte. Blame huppelde weg en stond stil bij een diepe kloof. Waarschijnlijk van een aardbeving. Blame liep even terug, liep zo hard als hij kon vooruit en sprong. Hij vloog dichter naar de rand, dichter.. maar haalde het net niet! Hij hing aan de rand van de kloof. Met veel moeite had hij zich omhoog weten te hijsen. ‘Sheesh!’ zei hij puffend. ‘Dat scheelde maar een blad.’ Hij liep dus verder. Hij wist niet hoeveel kilometers hij al had afgelegt maar, allesinds veel. Hij stond stopte met rennen bij een grote boom. Zijn benen waren uitgeput. Hij zakte ineen. Er waren veel minder bomen als eerst. Hij was nu vast en zeker aan de rand van het bos. Toen hij naar boven keek waren er nu sterren en een kille maan. Hij zuchtte en rustte uit. Hij had nog veel energie nodig om weg te komen.
Na een half uurtje rusten stond hij op om weer weg te lopen. Het bloed aan zijn klauwen waren nu al droog waardoor het leek alsof hij rode klauwen had. Hij keek rond. Zijn puppilen flitsten heen en weer als een kanon dat zijn doel zocht. Hij liep verder. Hij moest remmen omdat er opeens een Spinarack tien centimeter van zijn snuit bungelde aan een stuk web. Blame stak een klauw uit en sneed het web door. De spinarack viel op de grond. Blame zette zijn poot op de Spinarack en een onaangenaam, krakend geluid kwam vanonder zijn poot terwijl er groen slijm vanonder uitlvoog. Blame liep verder en stopte aan de rand van het bos. Nu was de hele hemel zichtbaar. Het was mooi om te zien, zeker als Blame zijn hele leven in een muffe grot had doorgebracht.
lang posten A.U.B.