(Hier is Toto een beetje telaat voor de training)
Toto rende over het strand. Door een foutje was hij een beetje afgedreven en was nu weer terug in Suerte. Hij legde zijn pootjes op zijn knieën en hijgde. Hij liet zich voorover in het zand vallen en keek rond. Het was erg stil en het leek over er iets belangrijks gebeurd was. Hij zuchtte en stond op. Zijn staart gloeide blauw en met een salto ramde Toto een steen. Die brak door midden en Toto duwde de twee stukken aan de kant die vast bleven haken in het zand. Toto rolde de twee stukken de zee in. Het topje kwam nog net boven water. Hij ging er op staan en keek hoe de zon in de verte lanzaam dichter naar de zee ging. Toto zuchtte. Die wegspoeling had hem vast geen hogere rang bezorgt. Hij had vast weer iets super leuks gemist. Hij pikte een traantje weg en dook de zee in. Hij zag wat koraal. In de verte zag hij een gedaante dichterbij komen.