"eindelijk....eindelijk ben ik lid van Lustro...tenminste als Akira het heeft gezegd..." zei GW terwijl hij het lijk van Moonlight achter zich aan sleepte. "ik hoef haar alleen maar het lijk te laten zien, als bewijs...en dan..." GW grijnsde "dan ben ik lid van Lustro, en ik heb gehoord dat deze het goed doet....fufufu..." zei GW. "maar hoe vind ik Akira...." GW dacht na. "misschien moet ik een soort roep doen..." GW dacht na. "misschien dit...." en GW schaarpte z'n keel en riep "O, Akira machtige leidster van Lustro, hier hoort u uw nederige dienaar Ghostwisper de Gengar, ik heb gedaan zoals u gevraagd had en een pokemon vermoord, waar u ook bent, kom snel o machtige Akira!" zou dit goed genoeg zijn? dacht GW en wachtte onder een boom.

'O, Akira machtige leidster van Lustro, hier hoort u uw nederige dienaar Ghostwisper de Gengar, ik heb gedaan zoals u gevraagd had en een pokemon vermoord, waar u ook bent, kom snel o machtige Akira,' drong de oren van de Umbreon binnen. Verbaasd hief ze één wenkbrauw op. Waar sloeg dit in godsnaam op? Nu voelde ze zich beledigd. Alsof ze een of andere slavendrijver was. Ze keek even naar haar wonden die behandeld waren. Het genas snel, waar ze blij mee was. Ze zwiepte even met haar staart heen en weer. Ghostwisper.. Dat was toch die Gengar? Wacht.. Hij had erbij gezegd dat hij een Gengar was, dus dat zou wel. Ze stond grommend op. ''Het moet maar,'' gromde ze zacht. Ze begon te rennen, richting het Timerise Forest.
Na een korte tijd kwam ze tot stilstand voor de Gengar. ''Zo, Ghostwisper,'' sprak ze kalm. Ze keek hem ietwat arrogant aan. Ze zwiepte even met haar staart heen en weer en keek naar Moonlight. Ze bracht haar neus naar de jonge Umbreon en haalde diep adem. Hierna porde ze even in de pokémon. ''Ja, hij is dood,'' merkte ze droog op. Ze haalde diep adem. ''Oke, je bent toegelaten tot de groep. Maar, aangezien je het grote nieuws dan nog niet weet.. Shiny is niet langer de leider. Ik en Houndoom leiden de groep. Toon dus ook respect naar haar,'' sprak Akira rustig. Hierna stond ze op en draaide zich om. ''Ik zie je wel weer.'' Ze haalde diep adem en rende weg.

-Meer hebben we hier toch niet te doen.-