Op een van de hoge torens van the Abandoned Castle zat een blauwe Gardevoir. Ze zat op de vensterbank van het dakraam dat in het puntige dak was gemaakt. Haar witte mantel wapperde om haar enkel, vergezeld door de zwarte mantel die ze om had. De pokémon had haar benen over elkaar geslagen en leunde met gesloten ogen tegen het raamkozijn. Melodie zag echter niet het duister van haar eigen oogleden, maar de felle kleuren van haar omgeving. Ze liet haar aura over het land rollen, voelde de aura’s van andere pokémon en die van de andere levende dingen in het land, zoals de bomen en het gras. In de vallei waren geen pokémon, allemaal afgeweerd door de illusies die Amore had opgeroepen. Daar buiten waren ze wel en Melodie zocht naar tekenen van onrust. Dit was echter niet te vinden en gerustgesteld liet ze haar aura terug keren. Nog voor ze het volledig had terug getrokken voelde ze een ander aura in de vallei. Haar blauwe geest keerde zich nieuwsgierig naar het doffe, rode aura. Amore. De pikachu liep achter het kasteel en verdween plotseling in de grond. Melodie fronste en liet haar aura achter de pokémon aan duiken. Het was een gangenstelsel, maar Amore leek de weg te weten. Melodie volgde het rode spoor dat haar aura achterliet, totdat ze bij een grote ruimte aan kwam. Ze kon het niet onderzoeken, ze kon enkel voelen dat Amore hier als enige aanwezig was. Ze voelde ook een grote, overweldigende kracht, maar dat was van vroegere tijden.
Ze trok haar aura terug, schoot door de gangen en voelde nog een aura. Een helder, paars aura: Levy. Boven de grond merkte ze dat er nog meer pokémon aan kwamen. Blijkbaar ging iedereen naar de grot. Melodie fronste even en liet haar aura terugkeren. Ze opende haar rode ogen, zwaaide haar benen naar binnen en kwam overeind uit het raamkozijn. Een zware duizeligheid overviel haar en ze greep met haar hand naar haar hoofd. De kamer vervaagde en een ander beeld kwam ervoor in de plaats.
Ze stond in een kloof, hoge rotswanden torenden aan beide kanten boven haar uit. Melodie keek naar rechts en zag een verzameling pokémon. Voorop stonden vijf pokémon in een V-vorm. Vooraan stond een Umbreon, achter haar een Houndoom en een Shiny Umbreon en achter hun een grote Luxray en een Golduck. In hun midden stond een Kirlia. Ze had een mantel om haar schouders en had haar kap terug geslagen. Achter hun stonden nog meer pokémon in rechte gelederen. Met een schok besefte ze dat het de Guerra was. Ze keken allen naar de andere kant van de kloof. Melodie volgde hun blik en zag een groep naderen.
Negen pokémon, allen gehuld in mantels, schreden naar de Guerra toe. Een tweetal liep voorop, de rest volgde als een eenheid. Eén van de voorste pokémon gaf een teken en de groep hield halt, op zo’n twintig meter afstand van de Umbreon. Een seconde lang staarden de groepen elkaar aan, toen gaf de pokémon nog een teken. Iedereen liet zijn kap zakken en verontsteld keek Melodie naar haar eigen, vastberaden gezicht. Amore en Riolu stonden voorop en de Pikachu grijnsde vals.
Melodie keek weer naar de Umbreon, Akira. Haar gezicht was eerst geschokt, daarna woedend. “Jij.” Siste ze verachtelijk, het geluid weergalmde in de diepe kloof. “Jij hoort dood te zijn!” grauwde Akira woedend. Amore grinnikte droog. “Ja ik. En ik ben niet dood, want je staat hier niet met een geest te praten.” Akira gromde zachtjes. “Secret heeft gelogen.” Spuwde ze, haar ogen verwijd. Amore schudde haar hoofd. “Ze loog niet, ze dacht dat ik dood was. Alleen had ze dat fout en heeft ze dat met haar eigen leven moeten bekopen.” Melodie zag de pijn in haar ogen en het gezicht van Amore betrok. Akira’s uitdrukking werd alleen maar bozer en verwrongen. De Umbreon brulde en stoof naar voren…
Het beeld verdween en Melodie wankelde op haar benen. Het was de oorlog geweest, zo zou het beginnen als alles bleef zoals het was. Het kon nog veranderen. Het zou veranderen als iemand de plaats van het gevecht wijzigde, het zou veranderen als iemand de Chiave zou verlaten of als er iemand bij zou komen, het zou veranderen als Akira er achter kwam dat Amore nog leefde.. Op het moment leek ze aardig geschokt. Melodie glimlachte even. Het leek erop dat ze het element van de verassing zouden hebben. Ze wierp een blik uit het raam, alles was weer rustig op het terrein. De Gardevoir sloeg haar handen tegen elkaar en verdween uit de torenkamer.
Nog geen seconde later verscheen ze weer, nu beneden, achter het kasteel. Ze liep naar de plek waar Amore in de grond was verdwenen. Een haast onzichtbaar gat gaf toegang aan het gangen stelsel dat zich onder de grond bevond. Melodie liet zich naar beneden glijden en tuurden door de donker tunnel. Het was er laag en de grond was vochtig. Melodie probeerde zich gebukt voort te bewegen, maar dat lukte niet echt. Ze zuchtte en liet zich op handen en knieën vallen. Kruipend doorkruiste ze de tunnels. Ze wist nog waar ze heen moest, omdat ze het pad had onthouden. Er verscheen licht aan het eind van de tunnel en Melodie kroop er snel naar toe.
Plots verdween de grond onder haar handen en tuimelde ze voorover de tunnel uit. Ze onderdrukte een gil, zwaaide haar benen over zich heen en landde toen op haar voeten. Ze moest haar hand op de grond leggen om niet om te vallen, maar ze was in elk geval nog heel. Melodie richtte zich op, klopte haar handen en haar besmeurde rok af en keek om zich heen. Ze voelde haar mond lichtjes openvallen toen ze de ondergrondse stad zag. Ze zag de aura’s van de andere Chiave leden door de ruďnes bewegen en liep zelf naar een rotsblok. Daar ging ze zitten en keek beduusd om zich heen. Blijkbaar had Amore een nieuw hoofdkwartier gevonden.
OOC: Sorry voor de überlate post, maar ik was soort van vergeten dat ik hier moest posten :$